
26 oktober 2004
De aard van de echtelijke liefde vereist de stabiliteit van een getrouwde en zijn onverbreekbaarheid. De afwezigheid van deze karakteristieken brengt de relatie van exclusieve en totale liefde, die eigen is aan de huwelijksband, in diskrediet, veroorzaakt groot lijden bij de kinderen en heeft schadelijke gevolgen voor de maatschappij.
De stabiliteit en de onverbreekbaarheid van de huwelijkseenheid mag niet alleen toevertrouwd worden aan de intentie en inzet van de individuele personen, die erbij betrokken zijn. De verantwoordelijkheid om het gezin als algemeen natuurlijk instituut te beschermen en te bevorderen, juist in zijn vitale en essentiële aspecten, ligt bij heel de samenleving. De noodzaak om het huwelijk een institutioneel karakter te geven door een publieke daad te verrichten die sociaal en juridisch wordt erkend, komt voort uit de basisvereisten van sociale aard.
De invoering van scheiding in de civiele rechtspraak heeft de relativistische visie op de huwelijksband in een stroomversnelling gebracht en wordt in brede kring duidelijk, nu het een "ware plaag voor de samenleving is geworden". Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1650-1651.2384 Stellen die de waarde van de onverbreekbaarheid "weten te behouden en ontwikkelen op een nederige en heldhaftige manier hebben de rol een ´teken´ voor de wereld te zijn, een klein en kostbaar teken, soms ook strijdend tegen de bekoring, maar altijd vernieuwd – door de onophoudelijke trouw waarmee God en Jezus Christus ieder mens beminnen". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 20