26 oktober 2004
De mens heeft de specifieke plicht om zich altijd te keren naar de waarheid, haar te respecteren en van haar op een verantwoordelijke wijze te getuigen Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2467. Leven in de waarheid krijgt een bijzondere betekenis in de sociale relaties. Het samenleven van mensen in de schoot van een gemeenschap is immers geordend, vruchtbaar en conform aan hun persoonlijke waardigheid wanneer het gebaseerd is op de waarheid Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963). Hoe meer de mensen en de sociale groepen zich inspannen om de sociale problemen op te lossen in overeenstemming met de waarheid, des te meer wenden zij zich af van de willekeur en handelen zij conform aan de objectieve eisen van de moraliteit.
Onze tijd vraagt om een intensieve onderwijskundige inspanning Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 61 Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 35-40 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 44 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over de christelijke vrijheid en bevrijding, Libertatis conscientia (22 mrt 1986), 99. Indien men sociale hervorming nastreeft, dan "behoort de voornaamste taak, waarvan het succes van alle andere afhangt, tot de orde van de opvoeding": en een engagement van allen, opdat de zoektocht naar de waarheid, die zich niet verengt tot de som van verschillende opinies of tot één van de vele opinies, aangewakkerd wordt in elk milieu en de voorrang zou krijgen op elke poging tot relativering van haar eisen en op beledigingen aan haar adres Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 16 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2464-2473. t.m. 2487. Dit gaat om een aangelegenheid die in het bijzonder de wereld van de publieke media en van de economie raakt. In deze domeinen doet het zonder scrupules gebruiken van geld steeds dringender vragen rijzen, die verwijzen naar de behoefte aan grotere transparantie en eerlijkheid in de persoonlijke en sociale activiteit.