COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
Verschillende omstandigheden kunnen het aangewezen maken dat de staat ingrijpt om een plaatsvervangende rol te vervullen Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 48. Men kan hier bijvoorbeeld denken aan situaties waarin het noodzakelijk is dat de staat de economie stimuleert omdat het onmogelijk is voor het maatschappelijke middenveld om autonoom eigen initiatieven te nemen. Men kan ook denken aan situaties van ernstig onevenwicht of onrechtvaardigheid waar alleen de tussenkomst van de publieke overheid voorwaarden kan scheppen voor meer gelijkheid, rechtvaardigheid en vrede. In het licht van het subsidiariteitsbeginsel mag echter deze institutionele plaatsvervanging niet langer duren dan absoluut noodzakelijk is, aangezien rechtvaardiging voor zo een tussenkomst alleen wordt gevonden in het
uitzonderingskarakter van de situatie. In elk geval moet een goed begrepen notie van algemeen welzijn, waarvan de vereisten op geen enkele manier in tegenspraak mogen zijn met de bescherming en de bevordering van het primaatschap van de menselijke persoon en van haar voornaamste sociale uitdrukkingen, het onderscheidingscriterium blijven bij het maken van keuzes voor de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel.