COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK
(Soort document: Pauselijke Raad "Justitia et Pax")
26 oktober 2004
Daarom heeft de mens twee verschillende karakteristieken: hij is een materieel wezen verbonden met de wereld door zijn lichaam, en hij is een geestelijk wezen dat openstaat voor de transcendentie en voor de ontdekking van “een diepere waarheid”, dankzij zijn verstand, waarmee “hij deel heeft aan het licht van de goddelijke geest”
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 15. De Kerk bevestigt: “De eenheid van lichaam en ziel gaat zo diep dat men de ziel als de ‘vorm’ van het lichaam moet beschouwen, dit wil zeggen dankzij de geestelijke ziel is het uit stof bestaande lichaam een menselijk en levend lichaam; geest en stof zijn in de mens geen twee met elkaar verenigde naturen, maar hun eenheid vormt één natuur”
Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 365. Het spiritualisme, dat de realiteit van het lichaam veracht, noch het materialisme dat de geest beschouwt als een zuivere manifestatie van het materiële, doen recht aan de complexiteit, de totaliteit en de eenheid van het menselijk wezen.