
Paus Franciscus - 5 april 2020
Jezus heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen” (Fil. 2, 7). Laten wij ons met deze woorden van de apostel Paulus inleven in deze heilige dagen, waar het woord Gods als een refrein toont dat Jezus een dienaar werd : op Witte Donderdag is Hij de dienaar die de voeten van de leerlingen wast; op Goede Vrijdag, de lijdende en overwinnende dienaar Vgl. Jes. 52, 13 ; en op Palmzondag profeteert Jesaja over Hem: “Zie hier mijn dienstknecht, die Ik ondersteun” (Jes. 42, 1). God heeft ons gered door ons te dienen. In het algemeen, denken wij dat het aan ons is om God te dienen. Nee, Hij is het die ons belangeloos gediend heeft, omdat Hij ons het eerst bemind heeft. Het is moeilijk lief te hebben als men niet bemind wordt. En het is nog moeilijker te dienen als wij ons niet door God laten dienen.
Maar hoe heeft de Heer ons gediend? Door Zijn leven voor ons te geven. Wij liggen Hem nauw aan het hart en wij hebben Hem veel gekost. De heilige Angela de Foligno getuigt, dat zij Jezus deze woorden hoorde zeggen: “het was geen lachertje om van u te houden”. Zijn liefde heeft Hem ertoe gebracht zich voor ons te offeren, al ons kwaad op zich te nemen. Het maakt ons stomverbaasd: God heeft ons gered door te aanvaarden dat ons kwaad zich aan Hem vastklampt. Zonder te reageren, alleen met de nederigheid, het geduld en de gehoorzaamheid van een dienaar, uitsluitend met de kracht van de liefde. En de Vader heeft de dienstbaarheid van Jezus aanvaard: Hij heeft het kwaad dat op Hem toesloeg, niet afgewend, maar Hij heeft Zijn lijden gedragen zodat ons kwaad alleen door het goede zou overwonnen worden, zodat de liefde er tot op de bodem doorheen zou gaan, tot op de bodem.
De Heer heeft ons zo gediend dat Hij de situaties ervaren heeft, die het meest pijnlijk zijn voor iemand die bemint : verraad en in de steek gelaten worden.
Verraad. Jezus onderging het verraad van een leerling die Hem verkocht heeft en van een leerling die Hem verloochende. Hij werd verraden door mensen die Hem eerst toejuichten en daarna schreeuwden : “kruisig Hem!” (Mt. 27, 22). Hij werd verraden door het religieus instituut dat Hem onrechtvaardig veroordeelde en door het politiek instituut dat zich de handen waste.
Denken we aan het kleine en het grote verraad dat wij in het leven geleden hebben. Het is verschrikkelijk als men ontdekt dat goed bedoeld vertrouwen, misbruikt werd. Er ontstaat zo een ontgoocheling op de bodem van het hart, dat het leven zinloos lijkt. Dat komt omdat wij geboren zijn om bemind te worden en lief te hebben, en het meest pijnlijke is verraden te worden door iemand die ons beloofd had loyaal en nabij te zijn. Wij kunnen ons niet inbeelden hoe pijnlijk dat voor God geweest is, die Liefde is.
Laten we in onszelf kijken. Als wij oprecht zijn met onszelf, zullen wij onze ontrouw zien. Hoeveel valsheid, hypocrisie en dubbelzinnigheden! Hoeveel goede bedoelingen die verraden werden! Hoe veel niet gehouden beloften! Hoeveel besluiten die vervlogen! De Heer kent ons hart beter dan wij het kennen, Hij weet hoe zwak en onstandvastig wij zijn, hoe dikwijls wij vallen, hoeveel moeite het ons kost om terug op te staan en hoe moeilijk het is om sommige kwetsuren te genezen. En wat deed Hij om ons tegemoet te komen, om ons te dienen? Wat Hij door de profeet gezegd had : “Ik wil hen van hun ontrouw genezen en hun van harte mijn liefde schenken” (Hos. 14, 5). Hij heeft ons genezen door onze ontrouw op zich te nemen, door ons verraad weg te nemen. Zodat wij in de plaats van ontmoedigd te raken uit angst om er niet te geraken, onze blik naar de Gekruisigde kunnen opheffen, Zijn omhelzing ontvangen en zeggen: hier is mijn ontrouw, Gij hebt ze genomen, Gij, Jezus, Gij opent Uw armen voor mij, Gij dient mij door Uw liefde, Gij blijft mij ondersteunen … Dan ga ik vooruit!
Overgave. Op het kruis, zegt Jezus in het Evangelie van vandaag, slechts één zin: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Mt. 27, 46). Een sterke zin. Jezus werd door de Zijnen in de steek gelaten, zij waren op de vlucht geslagen. Maar Hij blijft bij de Vader. Nu, in de afgrond van de eenzaamheid, roept Hij God voor het eerst aan met Zijn generische naam. Hij roept “met luider stem” het meest verscheurende “waarom” uit: waarom hebt (ook) Gij Mij verlaten? Het zijn woorden uit een Psalm (Ps. 21, 2). Jezus heeft ook de extreme verlatenheid in gebed doorstaan. Maar het blijft een feit, dat hij ze beleefd heeft : Hij heeft de grootste verlatenheid ervaren waarvan de Evangeliën getuigen met de woorden : “Eli, Eli, lema sabaktani?”.
Waarom dat allemaal? Nog eens, voor ons, om ons te dienen. Want wanneer wij met de rug tegen de muur staan, wanneer wij ons in een impasse bevinden, zonder licht en zonder uitweg, wanneer het lijkt dat zelfs God niet antwoordt, denken wij er dan aan dat wij niet alleen zijn. Jezus heeft totale verlatenheid gekend, de toestand die Hem het meest vreemd is, om in alles solidair te zijn met ons. Hij deed dat voor mij, voor u, om u te zeggen : wees niet bang, ge bent niet alleen, Ik heb iedere verlatenheid doorstaan om u altijd ter zijde te staan. Zie, zo heeft Jezus ons gediend, dat Hij neerdaalt in de afgrond van ons meest bittere lijden, in verraad en verlatenheid. Vandaag zegt Jezus ons in het drama van de pandemie, tegenover zoveel zekerheden die afbrokkelen, tegenover zoveel verraden verwachtingen, in de zin van een verlatenheid die ons hart omklemt : moed! open uw hart voor Mijn liefde, gij zult de troost van God ervaren die u ondersteunt!
Dierbare broeders en zusters,
wat kunnen wij doen tegenover God die ons zo gediend heeft dat Hij verraad en verlatenheid heeft willen doorstaan? Wij mogen Degene die ons geschapen heeft, niet verraden, wij mogen hetgeen telt niet in de steek laten. Wij zijn op de wereld om lief te hebben, Hem en de anderen. Het andere gaat voorbij, dit blijft. Het drama dat wij meemaken, zet ons aan om ernstig te nemen wat ernstig is, ons niet te verliezen in dingen die weinig waarde hebben; opnieuw te ontdekken dat het leven tot niets dient als het niet dienstbaar is. Want het leven laat zich meten aan de liefde. Verwijlen wij in deze heilige dagen dan thuis, voor het kruisbeeld - de maat van Gods liefde voor ons. Vragen wij aan God die ons dient tot en met de gave van Zijn leven, de genade dat wij leven om te dienen. Proberen wij contact te nemen met iemand die lijdt, die alleen is of in nood. Denken wij niet alleen aan wat ons ontbreekt, maar aan het goede dat wij kunnen doen.
“Zie hier Mijn dienstknecht die Ik ondersteun.” De Vader die Jezus in Zijn lijden ondersteund heeft, moedigt ook ons aan om te dienen. Zeker, beminnen, bidden, vergeven, voor anderen zorgen, zowel in het gezin als in de samenleving, kan kosten. Dat kan een kruisweg lijken. Maar de weg van dienstbaarheid is de weg van de overwinning, die ons gered heeft en die het leven redt. Dat zou ik vooral aan jongeren willen zeggen, op deze Dag die reeds 35 jaar aan hen gewijd is. Dierbare vrienden, kijk naar de ware helden, die deze dag in het licht treden : het zijn niet degenen die roem, geld en succes hebben, maar degenen die zichzelf geven om dienstbaar te zijn voor anderen. Voel u geroepen om uw leven op het spel te zetten. Wees niet bang het aan God en de anderen te besteden, u zal erbij winnen! Want het leven is een gave om te krijgen en te geven. De grootste vreugde is ja te zeggen aan de liefde, zonder “als” en zonder “maar”. Zoals Jezus voor ons.