H. Paus Paulus VI - 30 juni 1968
Wij geloven, dat in Adam allen hebben gezondigd. Door Adams oerzonde is namelijk het mens-zijn, dat alle stervelingen gemeen hebben, in een staat van verval geraakt met alle gevolgen van dien: een heel andere staat dan de oerstaat van onze stamouders, hun staat van heiligheid en gerechtigheid waarin de mens noch kwaad kende noch dood. Wat wij allen ontvangen, is juist dit mens-zijn: geheel vervallen, verstoken van de genade die eens zijn deel was, gekwetst in zijn eigen natuurlijke vermogens, onderworpen aan de heerschappij van de dood.