H. Paus Paulus VI - 30 juni 1968
Wegens haar nauwe, onverbrekelijke banden met de geheimen van menswording en verlossing Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 53.58.61 is de heilige Maagd, de onbevlekte, aan het einde van haar aardse leven met lichaam en ziel in de hemelse heerlijkheid opgenomen Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Dogma verklaring Maria Tenhemelopneming, Munificentissimus Deus (1 nov 1950), 44 en gelijkvormig geworden aan haar verrezen Zoon: voorafspiegeling van wat eens alle rechtvaardigen ten deel zal vallen.