H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1996
Het is de specifieke taak van de godgewijden, tot de evangelisatie allereerst bij te dragen door het getuigenis van een leven dat geheel en al aan God en hun broeders en zusters is toegewijd, in navolging van de Heiland die uit liefde voor de mens tot dienaar is geworden. In het heilswerk immers komt alles voort uit het delen in de goddelijke agapé. Door hun toewijding en totale zelfgave maken de godgewijden de liefdevolle en heilbrengende aanwezigheid van Christus zichtbaar, Hij, die door de Vader geheiligd en in de wereld is gezonden. Congregatie voor de Religieuzen en Seculiere Instituten, Wezenlijke elementen in de leer van de Kerk over het religieuze leven toegepast op de instituten die aan apostolaatswerken zijn gewijd (31 mei 1983), 23-24 Wanneer zij zich door Hem laten grijpen, Vgl. Fil. 3, 12 zullen ze in zekere zin een voortzetting kunnen worden van Zijn mensheid. Vgl. Z. Elizabeth van de H. Drie-eenheid, La ciel dans la foi: traité spirituel Het godgewijde leven laat heel duidelijk zien dat in de mate dat men meer uit Christus leeft, men Hem beter in de anderen kan dienen waarbij men naar de voorposten van de zending gaat en de grootste risico’s op zich neemt. Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 69