
H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1996
Onder aandrift van de Heilige Geest is het godgewijde leven “een meer onmiddellijke navolging en een altijddurende uitbeelding in de kerk” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 44 van de levensvorm die Jezus, de hoogste geheiligde en de zendeling van de Vader voor zijn Rijk, heeft aangenomen en aan zijn volgelingen heeft voorgehouden. Vgl. Mt. 4, 18-22 Vgl. Mc. 1, 16-20 Vgl. Lc. 5, 10-11 Vgl. Joh. 15, 16 In het licht van Jezus’ heiliging kunnen wij in het initiatief van de Vader als bron van alle heiligheid de oorsprong zien van het godgewijde leven. Jezus is immers zelf degene “die God gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht” (Hand. 10, 38), Hij die ”door de Vader geheiligd en in de wereld werd gezonden” (Joh. 10, 36). De Zoon die door de Vader geheiligd wordt, heiligt zich op Zijn beurt aan Hem toe omwille van de mensheid Vgl. Joh. 17, 19 : Zijn leven in zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid is teken van Zijn kinderlijke en algehele instemming met het plan van de Vader. Vgl. Joh. 10, 30 Vgl. Joh. 14, 11 Zijn volmaakte offerande geeft een aspect van heiliging aan alle gebeurtenissen van Zijn aardse leven.
Hij is de gehoorzame bij uitstek, die uit de hemel is neergedaald, niet om Zijn wil te doen maar de wil van Hem door Wie Hij was gezonden. Vgl. Joh. 6, 38 Vgl. Hebr. 10, 5.7 . Wat Hij is en doet, legt Hij in de handen van de Vader. Vgl. Lc. 2, 49 . In kinderlijke gehoorzaamheid neemt Hij de gedaante aan van een slaaf: ”Hij heeft zich van zichzelf ontdaan en het bestaan van een slaaf aangenomen…Hij werd gehoorzaam tot de dood, tot de dood aan het kruis” (Fil. 2, 7-8). In deze houding van volgzaamheid jegens de Vader wil Christus een maagdelijk leven leiden, ofschoon Hij de waarde en heiligheid van de gehuwde staat erkent en verdedigt. Zo openbaart Hij de buitengewone kostbaarheid en geheimnisvolle vruchtbaarheid van de maagdelijkheid. Zijn volledige instemming met het plan van de Vader blijkt ook uit Zijn onthechting aan de aardse goederen: ”Hij is om uwentwil arm geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door Zijn armoede” (2 Kor. 8, 9). De volkomenheid van Zijn armoede wordt zichtbaar in het volmaakte offer aan de Vader van alles wat Hij bezit.
Het godgewijde leven is werkelijk een levende herinnering aan de wijze waarop Jezus als mensgeworden Woord leefde en handelde met betrekking tot Zijn Vader en Zijn broeders en zusters. Het is de levende traditie van het leven en de boodschap van de Heiland.