Paus Franciscus - 30 augustus 2019
Toen ik nadacht over onze wederzijdse vastberadenheid om samen op weg te gaan naar volledige gemeenschap en God dankte voor de vooruitgang die we al hadden geboekt sinds onze eerbiedwaardige voorgangers meer dan vijftig jaar geleden in Jeruzalem H. Paus Paulus VI - Toespraak
Gezamenlijke verklaring van Paus Paulus VI en Patriarch Athenagoras I
(6 januari 1964), dacht ik aan de gift die patriarch Athenagoras aan Paus Paulus VI gaf: een icoon die de fraters Petrus en Andreas weergeeft, verenigd in het geloof en in de liefde voor hun gemeenschappelijke Heer. Deze icoon, die vandaag in opdracht van Paus Paulus VI in de Pauselijke Raad ter bevordering van de Eenheid van de Christenen wordt tentoongesteld, is voor ons een profetisch teken geworden van het herstel van de zichtbare gemeenschap tussen onze Kerken waarnaar wij streven en waarvoor wij vurig bidden en werken. In de vrede die uit het gebed geboren is, voelde ik dat het zeer belangrijk zou zijn om enkele fragmenten van de relikwieën van de Apostel Petrus naast de relikwieën van de Apostel Andreas te plaatsen, die vereerd wordt als de hemelse beschermheer van de Kerk van Constantinopel.
Ik voelde dat deze gedachte tot mij kwam van de Heilige Geest, die op zoveel manieren de Christenen ertoe aanzet om de volledige gemeenschap te herwinnen waarvoor onze Heer Jezus Christus bad aan de vooravond van zijn glorieuze Lijden. Vgl. Joh. 17, 21