Paus Franciscus - 29 maart 2019
Dierbare broeders, goedendag!
Ik ontvang u in deze vastentijd ter gelegenheid van de cursus over het forum internum, die dit jaar voor de dertigste keer gehouden wordt.
En ik zou – los van mijn tekst – een woord willen toevoegen over de term “forum internum”. Met deze uitdrukking gaat men niet lichtzinnig om: zij is ernstig! Het forum internum is het forum internum en mag niet naar buiten gebracht worden. En ik zeg dat omdat ik bemerkt heb dat in sommige groepen in de Kerk, verantwoordelijken, oversten – laat het ons zo zeggen – de twee dingen met elkaar vermengd worden en beslissingen aangaande het forum internum aanzien worden voor het forum externum, en omgekeerd. Let op, dat is zonde! Het is een zonde tegen de waardigheid van de persoon die vertrouwen stelt in een priester, die zijn toestand onder woorden brengt om vergeving te vragen, en wat nadien misschien gebruikt wordt om de zaken van een groepering of beweging te regelen – ik weet het niet, ik denk maar luidop – misschien zelfs van een nieuwe congregatie, ik weet het niet. Maar het forum internum is het forum internum. Het is iets sacraal. Ik hield eraan dit te zeggen omdat het me bezighoudt.
Ik richt mijn hartelijke groeten tot kardinaal Mauro Piacenza, hoofdpenitenciair, en ik dank hem voor de hartelijke woorden die hij tot mij heeft willen spreken. Ik groet met hem heel de familie van de apostolische Penitentiarie.
Het belang van het “ambt van de barmhartigheid” rechtvaardigt, vereist en legt ons bijna een adequate opleiding op, opdat de ontmoeting met de gelovigen die Gods vergeving vragen altijd een reële heilsontmoeting zou zijn, waarin de omhelzing van de Heer in al haar kracht kan waargenomen worden, en die in staat is om te veranderen, te bekeren, te genezen en te vergeven.
Dertig jaar ervaring voor uw cursus over het sacramentele forum internum, dat is niet veel in verhouding tot de lange geschiedenis van de Kerk en de anciënniteit van de apostolische Penitentiarie, de oudste rechtbank in dienst van de Paus: een rechtbank van barmhartigheid! En ik zou graag hebben dat het zo zou zijn.
Nochtans, in onze tijd die zo vlug vooruitgaat, vertegenwoordigt dertig jaar een tijd die lang genoeg is voor reflectie en het maken van een balans. Bovendien is er een zeer hoog aantal deelnemers – dit jaar meer dan zevenhonderd! De kardinaal zei dat hij de inschrijvingen moest stilleggen om logistieke redenen. Het lijkt wel een grap dat er in het Vaticaan geen plaats is! Een grap, zou men zeggen! Dat wijst erop hoe dringend de nood is aan opleiding en zekerheid met betrekking tot zo belangrijke kwesties voor het leven van de Kerk en het realiseren van de zending die de Heer Jezus haar heeft toevertrouwd.
Ja, vanuit vele hoeken wordt beweerd dat de Biecht, en daarmee ook de zin voor vergeving, een crisis doormaakt – en wij kunnen een zekere moeilijkheid van de hedendaagse mens in dit opzicht niet ontkennen. De talrijke deelname van priesters die recent gewijd zijn en van toekomstige priesters, getuigt van de permanente belangstelling om samen te werken en de crisis het hoofd te bieden en te overstijgen, vooral met de “wapens van het geloof” en door een dienst aan te bieden die steeds meer gekwalificeerd is en in staat om de schoonheid van de goddelijke barmhartigheid reëel tot uiting te brengen.
Jezus is ons komen redden door ons het barmhartig gelaat van God te doen kennen en door ons met zijn liefdesoffer tot zich te trekken Wij moeten ons dan altijd herinneren dat het sacrament van de verzoening een ware weg van heiliging is; het is het doeltreffend teken dat Jezus de Kerk nagelaten heeft opdat de deur van het huis van de Vader altijd open zou blijven en het zo voor de mensen altijd mogelijk zou zijn om naar Hem terug te keren.
Het sacrament van de biecht is zowel voor de boeteling als voor de biechtvader een weg van heiliging. En u, dierbare jonge biechtvaders, u zal het weldra de ervaren.
Voor de boeteling is het duidelijk een weg van heiliging want, zoals dat dikwijls benadrukt werd in het recente jubileum van de barmhartigheid, geeft de sacramentele absolutie, wanneer ze geldig gebeurt, hem de onschuld van zijn Doopsel terug, de volledige gemeenschap met God. Deze gemeenschap die God ten opzichte van de mens nooit onderbreekt, maar waaraan de mens zich soms onttrekt door de wonderlijke gave van de vrijheid verkeerd te gebruiken.
Voor de ontmoeting met de priesters van mijn bisdom, hebben zij dit jaar het thema gekozen: “Verzoening, zuster van het Doopsel”. Het Boetesacrament is de “broeder” van het Doopsel. Voor ons, priesters, is het vierde Sacrament voor alles een weg van heiliging wanneer wij met alle zondaars nederig voor een biechtvader knielen en de goddelijke barmhartigheid voor onszelf afsmeken. Denken wij er altijd aan – en het zal ons veel helpen voordat we naar de biechtstoel gaan – dat wij in de eerste plaats vergeven zondaars zijn en pas daarna, bedienaars van de vergeving.
Bovendien – en het is één van de vele gaven van de voorkeursliefde van Christus – wij hebben als biechtvaders het voorrecht voortdurend “wonderen” van bekering te zien. Wij moeten altijd de machtige werking van de genade erkennen, die het stenen hart in een hart van vlees kan veranderen Vgl. Ez. 11, 19 , een ver, voortvluchtig zondaar in een berouwvolle zoon die terugkeert naar zijn vader. Vgl. Lc. 11, 32
Het is om die reden dat met de cursus over het forum internum, de Penitenciarie een dienst van de Kerk aanbiedt, door de nodige opleiding te voorzien voor een juiste en doeltreffende toediening van het Sacrament van de Verzoening, die onmisbaar geacht wordt opdat het sacrament vruchtbaar zou zijn. En dit, opdat iedere individuele biecht altijd een nieuwe en definitieve stap zou zijn naar een meer volmaakte heiliging; een tedere omhelzing, vol erbarmen, die ertoe bijdraagt het Rijk Gods te verruimen, een Rijk van liefde, waarheid en vrede.
De verzoening zelf is een weldaad die de wijsheid van de Kerk altijd met heel haar morele en juridische kracht door het biechtgeheim heeft behoed. Ook al werd het door de moderne mentaliteit niet altijd begrepen, het is onmisbaar voor de heiligheid van het sacrament en de gewetensvrijheid van de boeteling; deze laatste moet elk ogenblik kunnen zeker zijn dat het sacramenteel gesprek in het verborgene van de biechtstoel blijft, tussen zijn geweten dat zich opent voor Gods genade en door de noodzakelijke bemiddeling van de priester. Het biechtgeheim is onmisbaar en geen enkele menselijke macht heeft er jurisdictie over of kan er aanspraak op maken.
Dierbare jonge priesters, toekomstige priesters, dierbare biechtvaders, ik spoor u aan altijd met een groot hart naar de Biecht van de gelovigen te luisteren – er is geduld nodig, maar altijd met een open hart, met de ingesteldheid van een vader – ik spoor u aan met hen de weg van heiliging te gaan die het Sacrament is; kijk naar de “wonderen” van bekering die de genade in het verborgene van de biechtstoel bewerkt, wonderen waarvan u alleen en de engelen getuigen zijn. En mocht u vooral uzelf heiligen, in de nederige en trouwe uitoefening van het ambt van de verzoening.
Dank u voor uw dienstbaarheid! En denk eraan ook voor mij te bidden. Dank u.