H. Paus Johannes Paulus II - 11 oktober 1992
bij de publicatie
van de Catechismus van de Katholieke Kerk
opgesteld ter uitvoering
van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie
"Aan mijn eerbiedwaardige broeders
Kardinalen, Patriarchen, Aartsbisschoppen, Bisschoppen,
Priesters, Diakens en aan alle andere leden van het volk van God"
JOHANNES PAULUS, BISSCHOP
Dienaar der Dienaren Gods tot blijvende gedachtenis
Apostolische Constitutie
De Heer heeft aan zijn kerk de zending toevertrouwd het geloofsgoed te bewaren, een zending die zij te allen tijde vervult. Het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, nu al dertig jaar geleden geopend door mijn voorganger Paus Johannes XXIII z.g., had de bedoeling en het verlangen om de apostolische en pastorale zending van de Kerk in het licht te stellen en alle mensen - door de schittering van de waarheid van het Evangelie - te brengen tot het zoeken en ontvangen van de liefde van Christus die verheven is boven alles Vgl. Ef. 3,19
.
Paus Johannes XXIII had aan deze vergadering als voornaamste taak opgedragen het kostbaar christelijk geloofsgoed beter te bewaren en diepgaander uit te leggen, opdat het toegankelijker zou worden voor de christengelovigen en voor alle mensen van goede wil. Het Concilie moest daarom ook niet op de eerste plaats de dwalingen van deze tijd veroordelen, maar het had tot taak op een serene wijze de kracht en de schoonheid van de geloofsleer te tonen. "Het licht dus van dit Concilie", zo zei hij, "zal voor de Kerk - zo vertrouwen wij - een bron van geestelijke verrijking zijn. Nadat daaruit nieuwe krachten geput zijn, kan hij zonder vrees de toekomst tegemoet zien." "Wij moeten ons met vreugde en zonder vrees wijden aan het werk dat onze tijd vereist, door de weg verder te gaan die de Kerk al bijna twintig eeuwen gaat. " H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962), 12.28
Met Gods hulp hebben de Concilievaders gedurende vier jaar van inzet een aanzienlijk geheel van leerstellige uiteenzettingen en pastorale richtlijnen kunnen uitwerken die aangeboden worden aan de hele Kerk. Herders en gelovigen vinden daarin richtlijnen voor deze "vernieuwing van denken, activiteit, zeden, morele kracht, vreugde en hoop, die precies de doelstelling van het Concilie was". H. Paus Paulus VI, Homilie, Homilie bij de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie - Op het Hoogfeest van Maria Onbevlekt Ontvangen - St. Pietersplein, Ascolterete tra poco (8 dec 1965)
Het Concilie heeft sinds zijn sluiting voortdurend het kerkelijk leven geïnspireerd. In 1985 kon ik verklaren: "Voor mij - die een bijzondere goddelijke gunst had, eraan te mogen deelnemen en actief te mogen meewerken aan het verloop ervan - is het Tweede Vaticaans Concilie altijd het vaste referentiepunt van heel mijn pastorale werkzaamheid geweest en het is op een bijzondere manier gebleven in deze jaren van mijn pontificaat. Dit komt tot uitdrukking in het weloverwogen streven om de richtlijnen van dit Concilie te verwoorden door een concrete en getrouwe toepassing, op het vlak van iedere Kerk en de gehele Kerk. Voortdurend moet men weer terugkeren naar de bron" H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Einde van de Internationale bidweek voor de eenheid van de Christenen - Aankondiging bijzondere Bisschoppensynode, Eucharistieviering op het feest van de bekering van Sint Paulus (25 jan 1985), 7
In deze geest heb ik H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Eucharistieviering op het feest van de bekering van Sint Paulus
Einde van de Internationale bidweek voor de eenheid van de Christenen - Aankondiging bijzondere Bisschoppensynode
(25 januari 1985) ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de sluiting van het Concilie. Het doel van deze vergadering was, de dankbaarheid voor de genaden en geestelijke vruchten van het Tweede Vaticaans Concilie te vieren, het onderricht ervan te verdiepen, waardoor alle gelovigen beter ermee zouden instemmen en de kennis en de toepassing ervan zouden uitbreiden.
Bij deze gelegenheid hebben de synodevaders hun wens geuit "dat er een catechismus of compendium van de hele katholieke leer zowel over het geloof als over de moraal zou worden voorbereid, een tekst die een referentie zou zijn voor de catechismussen of compendia die in de verschillende landen zijn samengesteld. De presentatie van de leer moet bijbels en liturgisch zijn, zodat de aldus uiteengezette leer zeker is en tegelijk aangepast aan het leven van de christenen van vandaag Bisschoppensynodes, In Gods Woord viert de Kerk de mysteries van Christus voor het heil van de wereld - Eindrapport van de 2e Buitengewone Bisschoppensynode: 20 jaar na de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie, Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi (7 dec 1985), 15. Vanaf de sluiting van de synode heb ik dit verlangen tot de mijne gemaakt, in de overtuiging dat het "geheel beantwoord aan een werkelijke behoefte van de universele kerk en van de particuliere kerken. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, 20 jaar na sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie, Bij de sluiting van de 2de Buitengewone Vergadering van de Bisschoppensynode (7 dec 1985), 6
Hoe zouden wij niet van harte dank kunnen betuigen aan de Heer op deze dag waarop wij aan de gehele Kerk deze referentietekst onder de naam Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) kunnen aanbieden, een referentietekst voor een catechese die vernieuwd is vanuit de levende bronnen van het geloof!
Na de liturgievernieuwing en de nieuwe codificatie van het kerkelijk recht voor de Latijnse Kerk en van de canones van de Oosters-Katholieke Kerken, vormt deze catechismus een zeer belangrijke bijdrage tot de opdracht om het hele kerkelijke leven te vernieuwen, een opdracht die het Tweede Vaticaans Concilie beoogde en ten uitvoer gebracht heeft.
De Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) is de vrucht van een zeer brede samenwerking; hij is gerijpt gedurende zes jaar van intensieve arbeid in een geest van aandachtige openheid en met een groot enthousiasme.
In 1986 heb ik aan een commissie van twaalf kardinalen en bisschoppen, onder het voorzitterschap van Joseph Kardinaal Ratzinger, de opdracht gegeven om een ontwerp voor de Catechismus voor te bereiden, waar de synodevaders om gevraagd hadden. Een redactiecomité van zeven residerende bisschoppen, deskundigen in de theologie en de catechese, heeft de commissie in haar werkzaamheden bijgestaan. De commissie, die belast was met het geven van richtlijnen en met het toezicht op het verloop van de werkzaamheden, heeft met aandacht alle redactiefasen van de negen achtereenvolgende versies gevolgd. Het redactiecomité heeft op zijn beurt de verantwoordelijkheid op zich genomen om de tekst te schrijven, om er door de commissie gewenste veranderingen in aan te brengen en om de opmerkingen van tal van theologen, exegeten, catecheten en vooral van Bisschoppen uit de hele wereld te onderzoeken met de bedoeling de tekst te verbeteren. In de plenaire Vergadering zijn met een goed resultaat de verschillende inzichten vergeleken, zo ontstond een rijkere tekst en kwam in alle opzichten de eenheid en homogeniteit ervan betrouwbaar tot stand.
Het ontwerp werd het onderwerp van een brede beraadslaging onder alle katholieke Bisschoppen, hun Bisschoppenconferenties of Synodes en theologische en catechetische instituten. Over het geheel genomen, hebben de Bisschoppen zeer gunstig gereageerd op het onderwerp. Men mag terecht stellen dat deze Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) de vrucht is van een samenwerking van het hele Episcopaat van de Katholieke Kerk, dat edelmoedig mijn uitnodiging heeft aanvaard om zijn deel van de verantwoordelijkheid op te nemen inzake een initiatief, dat het kerkelijk leven van nabij raakt. Dit antwoord wekt bij mij een diep gevoel van vreugde op, want de samenklank van zoveel stemmen brengt inderdaad tot uitdrukking wat men een "symfonie" van het geloof kan noemen. De vormgeving van deze Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) weerspiegelt zo ook de collegiale aard van het Episcopaat; die bevestigt de katholiciteit van de Kerk.
Een Catechismus moet getrouw en samenhangend het onderricht van de heilige Schrift, van de levende Overlevering in de Kerk en van het authentieke leergezag weergeven, even goed als het geestelijk erfgoed van de Kerkvaders, Kerkleraren en heiligen van de Kerk, opdat men beter kennis kan nemen van het christelijk mysterie, om zo het geloof van het volk van God te verlevendigen. Hij moet rekening houden met de verwoordingen van de leer die de Heilige Geest in de loop van de geschiedenis aan de Kerk heeft ingegeven. Ook is het nodig dat hij vanuit het licht van het geloof hulp biedt om de nieuwe omstandigheden en de problemen die zich in het verleden nog niet hebben voorgedaan, te belichten.
De Catechismus bevat dus iets nieuws en iets ouds Vgl. Mt. 13, 52 : het geloof, dat altijd hetzelfde blijft en dat tevens de bron is van telkens nieuw licht.
Om deze dubbele taak te vervullen, sluit de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) enerzijds aan bij de "oude", traditionele volgorde, gehanteerd in de Catechismus van de heilige Pius V, door de inhoud in vier delen te verwoorden: het credo; de heilige liturgie met daarin de sacramenten op de eerste plaats; het christelijk handelen uiteengezet met de geboden als uitgangspunt; en tenslotte het christelijk gebed. Maar tegelijk is de inhoud vaak op een "nieuwe" wijze uitgedrukt als antwoord op de vragen van onze tijd.
De vier delen zijn onderling verbonden: het christelijk mysterie is het voorwerp van het geloof (eerste gedeelte); het wordt gevierd en meegedeeld in liturgische handelingen (tweede gedeelte); het is aanwezig om de kinderen van God te verlichten en te ondersteunen bij hun handelen (derde gedeelte); het ligt ten grondslag aan ons gebed waarvan het "Onze Vader" de voorkeursuitdrukking is en het vormt het voorwerp van onze smeekbede, onze lofprijzing en onze voorbede (vierde gedeelte).
De liturgie is zelf gebed: de geloofsbelijdenis vindt haar juiste plaats binnen de liturgische viering. De genade, vrucht van de sacramenten, is de onvervangbare voorwaarde voor het christelijk handelen, zoals ook het deelnemen aan de liturgie van de kerk het geloof vereist. Als het geloof zich niet ontplooit in werken, blijft het dood Vgl. Jak. 2, 14-26 en kan het geen vruchten van eeuwig leven dragen.
Bij het lezen van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) kan men de bewonderenswaardige eenheid van Gods mysterie ontdekken, van zijn heilsplan, alsook de centrale plaats van Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, gezonden door de Vader, mens geworden in de schoot van de allerheiligste Maagd Maria door de Heilige Geest om onze Verlosser te zijn. Gestorven en verrezen is Hij altijd tegenwoordig in zijn Kerk, vooral in de sacramenten; Hij is de bron van ons geloof, het model voor het christelijk handelen en de Leermeester van ons gebed.
De Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) die ik op 25 juni j.l. heb goedgekeurd en waarvan ik vandaag krachtens apostolisch gezag het verschijnen verorden, is een uiteenzetting van het geloof van de kerk en van de katholieke leer, bevestigd of verlicht door de heilige Schrift, de apostolische Overlevering en het kerkelijk leergezag. Ik verklaar dat deze catechismus een betrouwbare leidraad bij het geloofsonderricht is en een krachtig en een geschikt middel voor de kerkelijke gemeenschap. Moge hij dienstbaar zijn bij de vernieuwing waartoe de heilige Geest de kerk van God onophoudelijk roept: Chistus' Lichaam, dat onderweg is naar het onverhulde licht van het Koninkrijk!
Het goedkeuren en publiceren van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) behoort tot de dienst die de opvolger van Petrus wil bewijzen aan de heilige, Katholieke Kerk en aan alle particuliere kerken die in vrede en gemeenschap met de apostolische zetel van Rome leven: de dienst namelijk om het geloof van alle leerlingen van onze Heer Jezus Vgl. Lc. 22, 32
in stand te houden en te versterken en tevens de banden van eenheid in hetzelfde apostolische geloof hechter te maken.
Ik vraag dus aan de herders van de kerk en aan alle gelovigen om deze Catechismus in een geest van gemeenschap te ontvangen en hem met volhardende ijver te gebruiken bij de vervulling van hun zending het geloof te verkondigen en op te roepen tot een evangelisch leven. Deze Catechismus is hun gegeven om als een zekere en authentieke referentietekst te dienen ten behoeve van het onderricht van de katholieke leer, en vooral bij het samenstellen van plaatselijke catechismussen. Hij is ook een aanbod aan alle gelovigen die graag meer willen weten over de onuitputtelijke rijkdommen van het heil Vgl. Ef. 3, 8
. Hij wil een steun zijn voor de oecumenische contacten die ingegeven zijn door het heilig verlangen naar eenheid onder alle christenen, doordat hij nauwkeurig de inhoud en de evenwichtige samenhang van het katholieke geloof uiteenzet. De Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) is tenslotte een aanbod aan iedere mens die ons rekenschap vraagt van de hoop die in ons leeft Vgl. 1 Pt. 3, 15
en die zou willen weten wat de Katholieke Kerk gelooft.
Deze catechismus is niet bedoeld om de catechismussen te vervangen die op diverse plaatsen zijn samengesteld en regulier zijn goedgekeurd door de kerkelijke gezagsdragers, de diocesane bisschoppen en de bisschoppen-conferenties, met name wanneer die de goedkeuring van de apostolische Stoel gekregen hebben. Hij is bedoeld om het ontwerpen van nieuwe locale catechismussen aan te moedigen en te ondersteunen, catechismussen die rekening houden met de verschillen in omstandigheden en culturen, maar tevens met zorg de eenheid van het geloof en de trouw aan de katholieke leer bewaren.
Ter afsluiting van dit document, dat de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) aanbiedt, bid ik tot de allerheiligste Maagd Maria, Moeder van het mensgeworden Woord en Moeder van de kerk, om door haar machtige voorspraak de catechetische inzet van de hele kerk op alle niveaus te ondersteunen, en wel in een tijd waarin de kerk is opgeroepen tot een nieuwe inzet voor de evangelisatie. Moge het licht van het ware geloof de mensheid bevrijden van onwetendheid en van de slavernij van de zonde om haar te leiden tot de enige vrijheid die deze naam waardig is Vgl. Joh. 8, 32
: de vrijheid van het leven in Jezus Christus onder de leiding van de heilige Geest, hier op aarde, en die van het leven in het volle geluk van de aanschouwing van God van aangezicht tot aangezicht, in het rijk der hemelen Vgl. 1 Kor. 13, 12
Vgl. 2 Kor. 5, 6-8
.
Gegeven op 11 oktober 1992, op de dertigste verjaardag van de opening van het Tweede Vaticaans Concilie, in het veertiende jaar van mijn pontificaat.