Paus Leo XIII - 1 november 1885
Hun bestuur moet dus rechtvaardig zijn, niet als dat van een meester, maar min of meer als dat van een vader, omdat Gods bestuur van de menschen allerrechtvaardigst is en met vaderlijke goedheid gepaard gaat. Het moet verder uitgeoefend worden tot welzijn van de burgers, omdat de overheden slechts met gezag zijn bekleed om het belang van den staat te behartigen. Het mag volstrekt niet voorkomen, dat het burgerlijk gezag zich dienstbaar zou maken aan het welzijn van een enkeling of van slechts weinigen, want ter behartiging van aller gemeenschappelijk nut is het ingesteld. Zouden de overheden er echter toe komen om op onrechtvaardige wijze misbruik te maken van hun macht, zouden zij door hardheid of trotschheid misdoen, zouden zij de belangen van het volk slecht behartigen, dan moeten zij weten, dat zij eens rekenschap zullen moeten geven aan God en wel des te gestrenger, naarmate het ambt, dat zij uitoefenden, heiliger was of de waardigheid, waarmee zij bekleed waren, hooger. "De machtigen zullen een streng onderzoek ondergaan." (Wijsh. 6, 7)