
5 juni 1975
KADERWET VAN HET PERMANENTE DIACONAAT IN NEDERLAND GEGEVEN DOOR DE BISSCHOPPEN | |||
► | De verplichting van de permanente diaken |
Door zijn wijding voor een bepaald bisdom wordt de permanente diaken opgenomen onder de clerus van dat bisdom. Door deze opname of incardinatie wordt op de permanente diaken, behoudens tegenovergestelde beschikkingen, van toepassing alwat in de Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983) bepaald wordt over de rechten en plichten die op alle ambtsdragers van toepassing zijn, als over die welke eigen zijn aan de diakens.
In gevolge een bijzondere titel, namelijk die van zijn wijding, zal de diaken het zich tot een plicht rekenen zijn leven te enten op het evangelie. Omwille van de eigen aard van zijn dienst is hij toewijding verschuldigd aan de geloofsgemeenschap van de Kerk in eerbied en gehoorzaamheid (vgl. het wijdingsformulier) aan de bisschop en in verbondenheid met het presbyterium van zijn bisdom.
De plaatselijke bisschop moet toezien dat de diaken:
Het is uitermate passend dat de diaken dagelijks tijd reserveert voor het gebed, bij voorkeur voor een gedeelte van de liturgische tijden (Lauden en Vespers).
De diakens, die tot het bisdom behoren, zullen regelmatig deelnemen aan de bijeenkomsten met collegae in de ambtsbediening en het kerkelijk werk die door het diocees worden opgezet.
De diaken dient blijvend zorg te dragen voor zijn theologische en pastorale vorming. Daartoe zal hij gebruik maken van de mogelijkheden tot voortgezette vorming die in de Nederlandse kerkprovincie worden geboden.
Na zijn wijding is de ongehuwde diaken gehouden tot het celibaat en mag de gehuwde diaken geen tweede huwelijk aangaan.
Indien de diaken zich tijdelijk buiten zijn bisdom vestigt, stelt hij zich, vooralsnog met behoud van de incardinatie in zijn eigen bisdom vgl. art. 29, onder het gezag van de plaatselijke ordinarius voor alles wat zijn verplichtingen en de eigen bedieningen van het diakenambt aangaat.
Na zijn wijding zal de diaken een bijzondere zending van de bisschop ontvangen en een bepaalde pastorale taak krijgen toegewezen. Deze pastorale taken kunnen liggen op het terrein van:
De diaken zal niet worden gewijd en aangesteld tenzij na een jaar met goed succes volbrachte pastorale vorming en training. De eerste aanstelling geschiedt slechts voor één jaar. Daarna kan hij definitief worden aangesteld.
De pastorale taak waarmee de diaken wordt belast, zal sterk afhankelijk zijn van de noden van het diocees, de persoonlijke en pastorale bekwaamheden van de diaken en zijn mobiliteit.
De bisschop zowel als de plaatselijke gemeenschap en de andere dienstverbanden waarbinnen de diaken zijn taak vervult, zullen voortdurend oog moeten hebben voor de ontwikkelingen en de tekenen van de tijd.
De diakens zullen vertegenwoordigd zijn zowel in de priesterraad als ook in de diocesane pastorale raad.