H. Paus Johannes Paulus II - 25 mei 1995
UT UNUM SINT Over de inzet voor de oecumene |
|||
► | De vruchten van de dialoog | ||
► | Resultaten van de samenwerking |
Het hierboven geschetste terrein is een vruchtbare bodem, niet alleen voor de dialoog, maar ook voor praktische samenwerking: "Dit werkzame geloof heeft ook een belangrijk aantal instellingen voortgebracht om de geestelijke en lichamelijke ellende te lenigen, de opvoeding van de jeugd ter hand te nemen, de sociale levensomstandigheden te verbeteren en overal de vrede te versterken". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 23
Het sociale en culturele leven biedt talloze gelegenheden voor oecumenische samenwerking. Steeds vaker werken christenen samen om de menselijke waardigheid te verdedigen, de vrede te bevorderen, het evangelie toe te passen op het sociale leven en de christelijke geest in de wereld van de wetenschap en de kunsten aanwezig te doen zijn. Zij treden steeds vaker gezamenlijk op in hun streven om het lijden en de noden van onze tijd tegemoet te treden: honger, natuurrampen en sociaal onrecht.
Voor de wereld heeft de verenigde inzet in de samenleving van de kant van de christenen de duidelijke waarde van een getuigenis dat gezamenlijk in de Naam van de Heer wordt afgelegd. Het is ook een vorm van verkondiging, omdat het het gelaat van Christus onthult.
De leerstellige meningsverschillen die blijven oefenen een negatieve invloed uit en stellen zelfs grenzen aan de samenwerking. Toch biedt de reeds bestaande gemeenschap in geloof tussen christenen een stevige basis voor hun gezamenlijke optreden, niet alleen op sociaal gebied maar ook in de godsdienstige sfeer.
Zo'n samenwerking zal het zoeken naar eenheid vergemakkelijken. Het Decreet over de oecumene merkt op: "Door deze samenwerking kunnen allen die in Christus geloven gemakkelijk leren, hoe zij onderling tot een beter begrip en een hogere waardering kunnen komen en hoe de weg naar de eenheid van de christenen wordt geëffend" 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 12.
Wij worden ertoe opgeroepen met steeds grotere inspanningen steeds duidelijker te laten zien dat godsdienstige overwegingen niet de werkelijke oorzaak zijn van de huidige conflicten, ofschoon er helaas nog steeds het gevaar bestaat dat de godsdienst wordt misbruikt voor politieke en oorlogszuchtige doeleinden.
In 1986 hebben christenen van de verschillende Kerken en kerkelijke Gemeenschappen in Assisi, tijdens de Wereldgebedsdag voor de Vrede, met één stem gebeden tot de Heer van de geschiedenis om vrede in de wereld. Op diezelfde dag baden parallel daaraan, maar op een soortgelijke wijze, ook joden en vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten voor de vrede in een wonderlijke, eendrachtige uitdrukking van gevoelens die diep in de menselijke geest een snaar deden trillen.
Ook wil ik de Gebedsdag voor de vrede in Europa, bijzonder op de Balkan, noemen, die mij als pelgrim terugbracht naar de stad van Sint Franciscus op 9-10 januari 1993, en het Misoffer voor vrede op de Balkan, in het bijzonder in Bosnië-Herzegowina dat ik vierde op 23 januari 1994 in de basiliek van Sint Pieter tijdens de Gebedsweek voor de Eenheid van de Christenen.
Wanneer onze blik over de wereld gaat vervult vreugde onze harten. Want we merken dat de christenen zich steeds meer uitgedaagd voelen door het vredesvraagstuk. Zij zien het in nauwe verbinding met de verkondiging van het evangelie en met de komst van Gods Rijk.