• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
In het verstaan van het Concilie wordt de oecumenische dialoog gekenmerkt door een gemeenschappelijk zoeken naar de waarheid, vooral over de Kerk. De waarheid vormt namelijk het geweten en oriënteert zijn handelen in de richting van de eenheid. Tegelijkertijd verlangt zij dat het geweten van de christenen, onderling gescheiden broeders, en hun daden onderworpen worden aan het gebed van Christus voor de eenheid . Er is een nauwe betrekking tussen gebed en dialoog. Intenser en bewuster gebed maakt de dialoog vruchtbaarder. Als enerzijds de dialoog afhangt van het gebed dan wordt in een andere zin het gebed ook de steeds rijpere vrucht van de dialoog.
Dankzij de oecumenische dialoog kunnen we spreken van een grotere rijpheid in ons gemeenschappelijk gebed voor elkaar. Dit is mogelijk inzoverre de dialoog ook en tegelijkertijd dient als een gewetensonderzoek. In dit verband moeten we ons wel de woorden van de Eerste Brief van Johannes te binnen brengen: "Als we zeggen dat we geen zonde hebben, bedriegen we onszelf, en de waarheid is niet in ons. Als we onze zonden belijden is God trouw en rechtvaardig, en zal Hij onze zonden vergeven en ons reinigen van alle ongerechtigheid". (1 Joh. 1, 8-9). Johannes gaat zelfs zo ver dat hij stelt: "Als we zeggen dat we niet gezondigd hebben, maken we Hem tot leugenaar, en zijn woord is niet in ons" (1 Joh. 1, 10). Zo'n radicale aansporing om onze toestand als zondaars te erkennen zou ook de geest waarin wij de oecumenische dialoog aangaan, moeten kenmerken. Als zo'n dialoog geen gewetensonderzoek wordt, een soort van "dialoog van de gewetens", kunnen we dan rekenen op de verzekering die de Eerste Brief van Johannes ons geeft? "Mijn kinderen, ik schrijf u dit, opdat u niet zondigt; maar wanneer iemand zondigt hebben wij een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus de Gerechte; en Hij is de uitboeting van onze zonden, en niet alleen voor die van ons maar ook voor de zonden van de hele wereld" (1 Joh. 2, 1-2). Alle zonden van de wereld zijn ingesloten in het reddende offer van Christus, ook de zonden tegen de eenheid van Kerk; de zonden van de christenen, die van de herders niet minder dan die van de lekengelovigen. Zelfs na de vele zonden die hebben bijgedragen tot onze historische verdeeldheden is de christelijke eenheid mogelijk, op voorwaarde dat we ons er nederig van bewust zijn dat we gezondigd hebben tegen de eenheid en dat we overtuigd zijn van de noodzaak van onze bekering. Niet alleen persoonlijke zonden moeten vergeven worden en overwonnen, maar ook sociale zonden, dat wil zeggen de zondige 'structuren' zelf die hebben bijgedragen en nog altijd kunnen bijdragen aan de verdeeldheid en aan de versterking ervan.
Hier komt opnieuw het Concilie ons te hulp. Men kan zeggen dat het hele Decreet over de Oecumene doordrongen is van de geest van bekering Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4. In het document krijgt de oecumenische dialoog een bijzonder kenmerk; hij wordt een 'dialoog van bekering'en zo, in de woorden van paus Paulus VI, een echte 'dialoog van het heil' H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de Kerk, Ecclesiam Suam (6 aug 1964), 70-77. De dialoog kan niet louter op een horizontaal vlak gevoerd worden, beperkt tot bijeenkomsten, uitwisseling van standpunten of zelfs het delen van gaven die eigen zijn aan elke Gemeenschap. Hij heeft ook en vooral een verticale dimensie, die hem op de Verlosser van de wereld en de Heer van de geschiedenis richt, die onze Verzoening is. Dit verticale aspect van de dialoog ligt in onze erkenning dat wij mannen en vrouwen zijn die gezondigd hebben. Juist deze erkenning schept in de broeders die in een gemeenschap leven, niet in volle gemeenschap met elkaar, die innerlijke ruimte waar Christus, de bron van de eenheid van de Kerk, effectief kan werken, met alle macht van zijn Geest, de Paracleet.

Document

Naam: UT UNUM SINT
Over de inzet voor de oecumene
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 mei 1995
Copyrights: © 1995, Katholiek Nieuwsblad
Bewerkt: 10 juli 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test