UT UNUM SINTOver de inzet voor de oecumene
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek)
H. Paus Johannes Paulus II -
25 mei 1995
Het
2e Vaticaans Concilie - Decreet
Unitatis Redintegratio
Over de oecumene
(21 november 1964) nam een gedachte op die paus Johannes XXIII had geuit bij de opening van het Concilie
H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Openingstoespraak Tweede Vaticaans Concilie, Gaudet Mater Ecclesia (11 okt 1962): het Decreet vermeldt de wijze van het verkondigen van de leer als een van de elementen van een voortdurende hervorming
Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 6. Hier gaat het niet om het veranderen van het geloofsgoed of het wijzigen van de betekenis van dogma's of het wegstrepen van wezenlijke woorden daaruit of het aanpassen van de waarheid aan de voorkeuren van een bepaalde tijd, of om het schrappen van bepaalde artikelen van het
Credo onder het valse voorwendsel dat zij vandaag niet langer zouden worden begrepen. De eenheid die God heeft gewild, kan alleen bereikt worden doordat allen instemmen met de inhoud van het geopenbaarde geloof in zijn volledigheid. In zaken van geloof is het compromis in tegenspraak met God die de Waarheid is. In het Lichaam van Christus,
"de Weg en de Waarheid en het Leven" (
Joh. 14, 6), kan toch niemand een verzoening voor legitiem houden die tot stand komt ten koste van de waarheid? De Concilieverklaring over godsdienstvrijheid
2e Vaticaans Concilie - Verklaring
Dignitatis Humanae
Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden
(7 december 1965) schrijft aan men
2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de godsdienstvrijheid - Het recht van de persoon en van de gemeenschappen op sociale en burgerlijke vrijheid in godsdienstige aangelegenheden, Dignitatis Humanae (7 dec 1965), 1 , en instemming met de eisen van de waarheid. Een "samen zijn" dat de waarheid zou verraden, zou in tegenstelling zijn zowel met de natuur van God die zijn gemeenschap aanbiedt, als met behoefte aan waarheid die men in de diepte van ieder mensenhart vindt.
Maar de leer moet op een manier gepresenteerd worden die haar voor hen voor wie God haar bestemt, begrijpelijk maakt. In de encycliek
H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Slavorum Apostoli
Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden
(2 juni 1985) herinnerde ik eraan dat
Paus Benedictus XVI - Audiëntie
HH. Cyrillus en Methodius
10e catechese in de reeks over grote middeleeuwse kerkelijke auteurs
(17 juni 2009) er juist daarom naar streefden de uitdrukkingen van de Bijbel en de begrippen van de Griekse theologie te verwoorden in een samenhang van zeer verschillende historische ervaringen en ideeën. Zij wilden het ene Woord van God "toegankelijk maken in de uitdrukkingsvormen van iedere beschaving".
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden, Slavorum Apostoli (2 juni 1985), 11 Zij erkenden dat zij daarom niet "ook de ontegenzeglijk hogere kwaliteit van de Griekse taal en de Byzantijnse cultuur of gewoonten en zeden van de meer ontwikkelde samenleving (konden) opleggen, waarin zij waren opgegroeid"
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden, Slavorum Apostoli (2 juni 1985), 13 Zo brachten zij die "volmaakte gemeenschap in de liefde die de Kerk bewaart voor elke vorm van etnisch particularisme of exclusivisme of van rassenvooroordeel evenals voor alle nationalistische aanmatiging"
H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden, Slavorum Apostoli (2 juni 1985), 11 in praktijk. In dezelfde geest aarzelde ik niet om tot de oorspronkelijke inwoners van Australië; te zeggen: "U hoeft niet in twee delen te worden verdeeld (...). Jezus roept u op om zijn woorden en zijn waarden in uw eigen cultuur op te nemen"
H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de oorspronkelijk inwoners van Australië (29 nov 1986), 12 Omdat de inhoud van het geloof door zijn natuur bestemd is voor de hele mensheid moet die worden vertaald in alle culturen. Want het element dat over de gemeenschap in de waarheid beslist, is de betekenis van de waarheid. De uitdrukkingsvorm van de waarheid kan vele gestalten hebben. En de vernieuwing van de uitdrukkingsvormen blijkt noodzakelijk om de boodschap van het Evangelie in zijn onveranderlijke betekenis door te geven aan de mensen van vandaag
Vgl. Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen, Commissie voor religieuze betrekkingen met de Joden, Verklaring over de juiste presentatie van de joden en het jodendom in prediking en catechese binnen de Rooms-Katholieke Kerk (24 juni 1985). 23: PL 50, 667-668
"Deze vernieuwing krijgt dus een bijzondere oecumenische betekenis" 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 6 en daarbij gaat het niet alleen om vernieuwing in de wijze waarop het geloof wordt verwoord, maar om de vernieuwing van het geloofsleven zelf. Nu zou men kunnen vragen, wie is hiervoor verantwoordelijk? Op deze vraag antwoordt het Concilie duidelijk: "De zorg voor het herstel van de eenheid gaat de gehele Kerk aan, gelovigen zowel als herders. Iedereen is daarbij naar eigen vermogen betrokken, zowel in het christelijk leven van iedere dag als bij onderzoekingen op theologisch en historisch gebied" 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 5
Dit alles is zeer belangrijk en van fundamentele betekenis voor de oecumenische activiteit. Daaruit blijkt onweerlegbaar dat de oecumene, de beweging voor de eenheid van de christenen,
niet zomaar een of ander "aanhangsel" is dat wordt toegevoegd aan de traditionele activiteit van de Kerk. Integendeel, zij hoort organisch tot het leven en werken van de Kerk en moet als gevolg daarvan beide geheel doordringen en zoiets als de vrucht van een boom zijn, die gezond en bloeiend oprijst tot hij zijn volle ontwikkeling bereikt. Zo geloofde paus Johannes XXIII in de eenheid van de Kerk en zo zag hij de eenheid van alle christenen tegemoet. Met betrekking tot de andere christenen, de grote christelijke familie, stelde hij vast: dat wat ons verbindt is veel sterker dan dat wat ons scheidt. En het
Tweede Vaticaans Concilie vermaant van zijn kant: "Laten alle christengelovigen eraan denken dat zij de eenheid onder de christenen des te meer bevorderen en zelfs beoefenen, naarmate zij zuiverder volgens het Evangelie trachten te leven. Immers, hoe hechter de gemeenschap is die hen met de Vader, het Woord en de Geest verenigt, des te inniger en gemakkelijker zullen zij de onderlinge broederliefde kunnen versterken".
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 7