• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Dat alles moet echter altijd in gezamenlijkheid plaatsvinden. Wanneer de katholieke Kerk onderstreept dat het ambt van de bisschop van Rome overeenkomstig de wil van Christus is, scheidt zij dit ambt niet van de zending die aan alle bisschoppen is toevertrouwd, die eveneens "plaatsvervangers en gezanten van Christus" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 27 zijn. De bisschop van Rome hoort tot hun "College", en zij zijn zijn broeders in het ambt.

Wat de eenheid van alle christelijke Gemeenschappen aangaat hoort natuurlijk tot het terrein van de zorgen van het primaat. Als bisschop van Rome weet ik heel goed, en ik heb het in deze encycliek opnieuw bevestigd, dat de volle en zichtbare gemeenschap van alle Gemeenschappen, waarin krachtens de trouw van God zijn geest woont, de brandende wens van Christus is. Ik ben ervan overtuigd dienaangaande een bijzondere verantwoordelijkheid te hebben, vooral wanneer ik het oecumenische verlangen van de meeste christelijke Gemeenschappen constateer en het aan mij gerichte verzoek hoor om een vorm te vinden voor de uitoefening van het primaat die weliswaar geenszins afziet van het essentiële van haar zending, maar die zich openstelt voor een nieuwe situatie. Duizend jaar lang waren de christenen met elkaar verbonden "in een broederlijke gemeenschap van geloof en sacramenteel leven (...) En als er onderling meningsverschillen ontstonden over geloof en kerkelijke tucht, trad de zetel van Rome met algemene instemming regelend op". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 14

Op deze wijze oefende het primaat zijn taak voor de eenheid uit. Toen ik mij richtte tot de oecumenische patriarch, Zijne Heiligheid Dimitrios I, heb ik gezegd dat ik me ervan bewust was dat "om zeer verschillende redenen en tegen de wil van beide zijden, hetgeen een dienst had moeten zijn, zich onder een heel ander licht kon vertonen. Maar (...) ik weet me in het verlangen werkelijk aan de wil van Christus te gehoorzamen, geroepen om als bisschop van Rome deze bediening uit te oefenen (...) Ik bid met het oog op deze volmaakte gemeenschap die wij willen herstellen, met volharding de heilige Geest ons zijn licht te schenken en alle herders en theologen van onze Kerken te verlichten, opdat wij, uiteraard samen, de vormen kunnen vinden waarin deze bediening een door alle betrokkenen erkende dienst van liefde kan verwezenlijken". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, In tegenwoordigheid van Dimitrius I, aartsbisschop van Constantinopel en oecumenisch patriarch (6 dec 1987), 3

Document

Naam: UT UNUM SINT
Over de inzet voor de oecumene
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 25 mei 1995
Copyrights: © 1995, Katholiek Nieuwsblad
Bewerkt: 10 juli 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test