In het verstaan van het Concilie wordt de oecumenische dialoog gekenmerkt door een gemeenschappelijk zoeken naar de waarheid, vooral over de Kerk. De waarheid vormt namelijk het geweten en oriënteert zijn handelen in de richting van de eenheid. Tegelijkertijd verlangt zij dat het geweten van de christenen, onderling gescheiden broeders, en hun daden onderworpen worden aan het gebed van Christus voor de eenheid . Er is een nauwe betrekking tussen gebed en dialoog. Intenser en bewuster gebed maakt de dialoog vruchtbaarder. Als enerzijds de dialoog afhangt van het gebed dan wordt in een andere zin het gebed ook de steeds rijpere vrucht van de dialoog.