"Deze
innerlijke omkeer en heiligheid van leven, mits gepaard met persoonlijke en openbare smeekbeden voor de eenheid van de christenen, moet men beschouwen als de ziel van de gehele oecumenische beweging. Men kan dit terecht een geestelijke oecumene noemen".
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8 Men gaat voort op de weg die tot de bekering van de harten voert, geleid door de liefde die gericht is op God en tegelijkertijd op alle broeders met inbegrip van hen, die niet in volle gemeenschap met ons zijn. Uit de liefde ontstaat het verlangen naar de eenheid, ook bij hen die de eis van de eenheid steeds hebben veronachtzaamd. De liefde is de bouwmeesteres van de gemeenschap onder de mensen en onder de gemeenschappen. Als wij van elkaar houden, streven wij ernaar onze gemeenschap te versterken en haar volmaakt te maken.
De liefde richt zich tot God als de volmaakte bron van gemeenschap - de eenheid van Vader, Zoon en heilige Geest - opdat we uit die bron de kracht mogen putten om gemeenschap op te bouwen tussen enkelingen en gemeenschappen of om haar te herstellen tussen christenen die nog verdeeld zijn. Liefde is de grote onderstroom die leven geeft en kracht verleent aan de beweging naar de eenheid.
Deze liefde vindt haar meest volkomen uitdrukking in het gezamenlijk gebed. Als broeders die niet in volledige gemeenschap met elkaar zijn, samenkomen om te bidden, omschrijft het Tweede Vaticaans Concilie hun gebed als de ziel van de hele oecumenische beweging. Dit gebed is "een zeer effectief middel om de genade van de eenheid te vragen", "een echte uitdrukking van de banden waardoor zelfs nu nog de katholieken gebonden zijn aan hun gescheiden broeders". 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8 Zelfs wanneer het gebed niet speciaal wordt opgedragen voor de christelijke eenheid, maar voor andere intenties, zoals de vrede, wordt het gebed op zich een uitdrukking en bevestiging van de eenheid. Het gemeenschappelijk gebed van de christenen is een uitnodiging aan Christus zelf om de gemeenschap te bezoeken van hen, die Hem aanroepen: "Waar twee of drie verzameld zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden" (Mt. 18, 20).