UT UNUM SINTOver de inzet voor de oecumene
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek)
H. Paus Johannes Paulus II -
25 mei 1995
Al deze elementen dragen een tendens naar eenheid in zich, daar zij hun volheid in die eenheid hebben. Het is niet een kwestie van het bijeenvoegen van alle rijkdom die verstrooid ligt in de verschillende christelijke Gemeenschappen om te komen tot een Kerk die God in gedachten heeft voor de toekomst. In overeenstemming met de grote Traditie, waarvan de Vaders van het Oosten en van het Westen getuigen, gelooft de katholieke Kerk dat in het Pinkstergebeuren God de Kerk
reeds heeft geopenbaard in haar eschatologische werkelijkheid, die Hij had voorbereid "vanaf de tijd van Abel de rechtvaardige".
Vgl. H. Paus Gregorius de Grote, Homilieën over de Evangelies, In Evangelium Homiliae. 19,1: PL, 1154 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 2 Deze werkelijkheid is iets dat reeds gegeven is. Aldus zijn we nu al in de laatste tijden.De elementen van deze reeds gegeven Kerk bestaan in hun hele volheid in de katholieke Kerk en zonder deze volheid, in de andere gemeenschappen
2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 4, waar bepaalde aspecten van het christelijk geheim soms zelfs effectiever aan de dag treden. Het is juist het streven van de oecumene om de gedeeltelijke gemeenschap die tussen de christenen bestaat tot volle gemeenschap te laten groeien in de waarheid en in de liefde.