
H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1992
Door de initiatie en de geleidelijke ervaring in het ambt zullen de toekomstige priesters opgenomen kunnen worden in het traditionele pastorale leven van hun particuliere Kerk, zullen zij leren de horizon van hun hart en geest te openen voor de missionaire dimensie van het kerkelijke leven en zullen zij zich oefenen in bepaalde eerste vormen van samenwerking onder elkaar en met de priesters die zij terzijde zullen moeten staan. Aan deze priesters valt in verbinding met het programma van het seminarie een opvoedkundige pastorale verantwoordelijkheid van groot gewicht toe.
Bij de keuze van de geschikte plaatsen en diensten voor de pastorale praktijk zal men in het bijzonder moeten denken aan de parochie Vgl. Bisschoppensynodes, Propositiones t.b.v. de 8e Bisschoppensynode over de vorming van priesters, 28, de vitale cel van de sectorale en gespecialiseerde pastorale ervaringen, waarin zij tegenover de bijzondere problemen van hun toekomstig dienstwerk komen te staan. De Synodevaders hebben een aantal concrete voorbeelden aangegeven zoals het ziekenbezoek, de zorg voor migranten, vluchtelingen en zigeuners, de dienst der liefde in verschillende sociale werken. Zij schrijven speciaal: "Het is nodig dat de priester een getuige wordt van de liefde van Christus zelf, die "weldoende roeping" (Hand. 10, 39). De priester moet ook een zichtbaar teken worden van de zorgzaamheid van de Kerk die moeder en lerares is. En aangezien de mens in deze tijd getroffen wordt door veel tegenspoed, vooral de mens die overweldigd wordt door onmenselijke armoede, blind geweld en onrechtvaardige macht, is het nodig dat de man van God, goed toegerust voor elk goed werk Vgl. 2 Tim. 3, 17 , de rechten en de waardigheid van de mens verdedigt. Hij moet er zelf echter voor hoeden valse ideologieën aan te hangen en, terwijl hij de mens wil verheffen, te vergeten dat de wereld alleen door het kruis van Christus verlost is". Bisschoppensynodes, Propositiones t.b.v. de 8e Bisschoppensynode over de vorming van priesters, 28
Het geheel van deze en andere pastorale activiteiten voedt de toekomstige priester ertoe op om de eigen zending van "gezag" in de gemeenschap als "dienst" te vervullen en zich ver te houden van iedere houding van superioriteit of van de uitoefening van een macht die niet altijd en alleen gerechtvaardigd wordt door herderlijke liefde.
Voor een passende vorming is het noodzakelijk dat de verschillende ervaringen van de kandidaten voor het priesterschap een duidelijk "ambtelijk" karakter hebben en nauw verbonden blijven met alle eisen die eigen zijn aan de voorbereiding op het priesterschap en, zeker niet ten koste van de studie, in verband staan met de diensten van de verkondiging van het woord, van de eredienst en van het voorgaan. Deze diensten kunnen de concrete vorm worden van de bedieningen van lector, acoliet en diaken.