H. Paus Johannes Paulus II - 25 maart 1992
Voor de gelovige vindt de interpretatie van de historische situatie het kenbeginsel en het criterium voor de praktische keuzen in een nieuwe en oorspronkelijke realiteit, namelijk in het evangelisch onderscheidingsvermogen. Het gaat om een interpretatie die geschiedt in het licht en de kracht van het Evangelie, van het levende en persoonlijke Evangelie dat Jezus Christus is, en met behulp van de gave van de heilige Geest. Op deze wijze vindt het evangelisch onderscheidingsvermogen in de historische situatie en in de gebeurtenissen en omstandigheden daarvan niet eenvoudig een “gegeven” dat nauwkeurig opgetekend moet worden en waartegenover men onverschillig of passief kan blijven, maar een “taak”, een uitdaging aan de vrijheid en de verantwoordelijkheid zowel van de enkeling als van de gemeenschap. Het is een “uitdaging” die gepaard gaat met een “oproep” die God laat weerklinken in de historische situatie zelf. Ook daarin en daardoor roept God de gelovige en eerder nog de Kerk om te zorgen dat “het Evangelie van de roeping en van het priesterschap” zijn eeuwige waarheid uitdrukt in de veranderde levensomstandigheden. Ook op de vorming van de priesters moeten de woorden van het Tweede Vaticaans Concilie toegepast worden: “De Kerk heeft te allen tijde de opdracht de tekenen des tijds te doorzoeken en in het licht van het Evangelie te interpreteren. Op deze wijze kan zij dan, op een aan elke generatie aangepaste wijze, een antwoord geven op de voortdurende vragen van de mensen over de zin van het huidige en toekomstige leven en over de onderlinge verhouding daartussen. Men dient dus de wereld waarin wij leven en evenzeer haar verwachtingen, strevingen en haar dikwijls dramatisch karakter te onderkennen en te verstaan”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 4
Dit Evangelie onderscheidingsvermogen is gebaseerd op het vertrouwen in de liefde van Jezus Christus, die steeds en onvermoeibaar zorg draagt voor zijn Kerk Vgl. Ef. 5, 29 , Hij die Heer en Meester is, sluitsteen, middelpunt en doel van heel de mensengeschiedenis. Vgl. Bisschoppensynodes, Achtste gewone algemene vergadering van de Bisschoppensynode, Boodschap van de synodevaders aan het volk van God (28 okt 1990). 1 Het voedt zich met het licht en de kracht van de heilige Geest, die overal en in iedere omstandigheid de gehoorzaamheid van het geloof opwekt, de vreugdevolle moed om Jezus te volgen, de gave van de wijsheid die alles beoordeelt en door niemand geoordeeld wordt Vgl. 1 Kor. 2, 15 . Het berust op de trouw van de Vader aan zijn beloften.
Op deze wijze voelt de Kerk dat zij het hoofd kan bieden aan de moeilijkheden en de uitdagingen van deze nieuwe periode van de geschiedenis en dat zij ook nu en in de toekomst voor goed gevormde priesters kan zorgen, die overtuigde en vurige dienaars van de “nieuwe evangelisatie” zijn, getrouwe en edelmoedige helpers van Jezus Christus en van de mensen.
Wij zijn niet blind voor de moeilijkheden die niet weinig en niet licht zijn. Maar zij worden overwonnen door onze hoop, door ons geloof in de onuitputtelijke liefde van Christus, door onze zekerheid van de onvervangbaarheid van het gewijde priesterschap voor het leven van de Kerk en van de wereld.