H. Paus Johannes Paulus II - 14 juni 1984
Dit jaar hebben wij levendig de gedachtenis voor de geest van de ijver welke twee opmerkelijke godsdienstige persoonlijkheden uit de Zwitserse geschiedenis bezielde: de een, Huldrych Zwingli van wie u het vijfde eeuwfeest viert met verschillende manifestaties ter ere van zijn persoon en werk; de ander, Jean Calvijn, die vierhonderd vijfenzestig jaar geleden werd geboren.
Wij vinden de historische invloed van hun getuigenis niet alleen in de sfeer van de theologie en de kerkelijke structuur, maar ook op cultureel, sociaal en politiek terrein. De erfenis van het denken en de ethische keuzen die aan ieder van deze twee mannen eigen zijn, blijft met kracht en dynamisme in verschillende delen van de christenheid aanwezig. Enerzijds kunnen wij niet vergeten dat hun hervormingswerk een voortdurende uitdaging onder ons blijft en onze kerkelijke verdeeldheden steeds actueel maakt; maar anderzijds kan niemand ontkennen dat elementen van de theologie en de spiritualiteit van ieder van hen diepe banden onder ons in stand houden. Het feit dat wij de complexe gebeurtenissen van de toenmalige geschiedenis verschillend beoordelen, zoals ook de verschillen die voortduren in de centrale kwesties van ons geloof, mogen ons niet voor altijd scheiden. Vooral de herinnering aan de gebeurtenissen van het verleden mag niet de vrijheid van onze huidige inspanningen beperken om de schade te herstellen die door deze gebeurtenissen teweeg zijn gebracht. De uitzuivering van de herinnering is een belangrijk element van oecumenische vooruitgang. Deze brengt de eerlijke erkenning mee van de wederzijdse fouten en vergissingen die begaan zijn in de manier van reageren ten opzichte van elkaar, terwijl allen de bedoeling hadden de kerk meer trouw te maken aan de wil van haar Heer. Misschien zal de dag komen, en ik hoop dichtbij, dat katholieken en hervormden van Zwitserland in staat zullen zijn samen de geschiedenis van deze verwarde en ingewikkelde tijd te schrijven met de objectiviteit welke een diepe broederlijke liefde geeft. Een dergelijke verwezenlijking zal in staat stellen het verleden zonder terughoudendheid toe te vertrouwen aan de barmhartigheid van God en in alle vrijheid gespannen te staan op'de toekomst om deze meer in overeenstemming te brengen met zijn wil Vgl. Fil. 3, 13 , die wil dat de zijnen één van hart en één van ziel zijn Vgl. Hand. 4, 24 om samen te gaan in het prijzen en verkondigen van de heerlijkheid van zijn genade. Vgl. Ef. 1, 6 .