H. Paus Johannes Paulus II - 25 januari 1984
'Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, zijt met Christus bekleed' (Gal. 3, 27).
De heilige Paulus, de apostel van de volken, vat met deze uitspraak het mysterie samen van de verlossing van de mens, van zijn inlijving in Christus en van de schepping van de nieuwe mens naar de gelijkenis van de Zoon van God, die 'het beeld van de onzichtbare God' is (Kol. 1, 15). 'Want gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus' (Gal. 3, 26). Door het doopsel krijgt men deel aan zijn dood en verrijzenis, dat wil zeggen aan het goddelijk leven. Dit overvloedige genadegebeuren doet alle etnischreligieuze verdeeldheden, de discriminaties op grond van sociale omstandigheden, van ras en van sekse, verdwijnen. 'Er is geen jood of heiden meer, er is geen slaaf of vrije, er is geen man of vrouw: allen tezamen zijt gij één persoon in Christus Jezus' (Gal. 3, 28). Jezus Christus heeft deze eenheid tot stand gebracht door het offer van het kruis, waarop Hij zichzelf aanbood voor de vergeving, voor de vrijkoping en voor het leven van de hele mensheid. Hij is gestorven 'om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen' (Joh. 11, 52). Dit is het mysterie van de liefde van God, die de mens heeft geschapen en hem roept tot het definitieve heil.
Op dit onderwerp wordt vandaag op het feest van de bekering van de heilige Paulus onze aandacht gevestigd, aan het eind van de bidweek voor de eenheid van de Christenen welke in het jubileumjaar van de verlossing valt. Gedurende dit jaar maakt de bijzondere viering van de verlossing van de mens, welke door Christus werd bewerkt, de eis tot volledige verzoening van alle Christenen die bijeen zijn gebracht door de genade van het ene doopsel, duidelijker en gebiedender.
'Het doopsel vormt daarom de sacramentele band van de eenheid die zijn kracht uitoefent tussen allen die erdoor zijn wedergeboren'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 22 De tragische verdeeldheid welke onder de Christenen is ontstaan, maakt deze fundamentele eenheid niet ongedaan; maar ze verhindert de volledige verwezenlijking van de wezenlijke eisen die uit het doopsel voortvloeien. De verdeeldheid beschaamt het doopsel; want dat is 'gericht op de volledige belijdenis van het geloof, op de volledige inlijving in het heilsinstituut zoals Christus zelf het heeft gewild, kortom op de volledige opneming in de eucharistische gemeenschap'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 22 Het Tweede Vaticaans Concilie, waarvan vandaag de 25e verjaardag van de eerste aankondiging wordt herdacht, welke in deze basiliek werd gedaan, heeft met een bijzonder fijngevoelig beeld deze twee aspecten beschreven die beide zeer waar zijn en dat wil zeggen, dat de verdeeldheid een zondige werkelijkheid is welke echter niet de diepe eenheid ongedaan maakt, welke door de genade is ontstaan. Ook hier wordt het beeld van hèt kleed gebruikt, van het kleed van Christus. De verdeeldheden, zo wordt verklaard, 'beschadigen het zonder naad geweven kleed van Christus'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 13 Ook al blijft het kleed van Christus 'zonder naad geweven', het wordt wel beschadigd.
'Is Christus dan in stukken verdeeld?' - vraagt de heilige Paulus dramatisch aan de Christenen van Korinte. 'Is Paulus voor u gekruisigd? (1 Kor. 1, 13). Het kruis van Christus, dat allen verlost, is een voortdurende oproep tot overwinning van alle verdeeldheid.
Het werk van Christus voor de mensheid, zijn kruis en zending, welke door Hem aan de Kerk zijn toevertrouwd om alle volkeren tot zijn leerlingen te maken en hen te dopen Vgl. Mt. 28, 19-20 , vragen alle gedoopten naar de volle eenheid in het geloof en het sacramentele leven te streven en alle verdeeldheden en breuken te overwinnen.
De Gebedsweek voor de Eenheid van de Christenen wordt steeds eensgezinder gevierd onder katholieken, orthodoxen en protestanten. Ze is nu over de hele wereld verbreid. Moge de Heer dit unanieme smeekgebed verhoren en de oprechte inspanningen tot studie en dialoog vruchtbaar maken, die onder de Christenen worden gedaan voor het herstel van de volle eenheid. De eenheid blijft altijd een gave van God, omdat ze de vergeving van de zonden, de reiniging van de harten en de deelneming aan het goddelijk leven insluit. Maar ook zijn de inspanningen van de mens vereist en de volharding op een weg die 'door de genade van de Heilige Geest' 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 1 is ingeslagen.
Van jaar tot jaar doet de bidweek ons, behalve de moeilijkheden die nog overblijven, ook de goede vorderingen in de oecumenische eengezindheid vaststellen. En het hart wordt verwarmd door vreugde en de geest wordt versterkt door hoop. Danken wij er God voor.
Dit jaar heeft de Gemengde commissie van vertegenwoordigers van de Katholieke Kerk en de Wereldraad van Kerken, dat het thema kiest en de teksten voor het jaarlijks gebed voor de eenheid samenstelt, opgemerkt, dat 'de opmerkelijke theologische overeenkomsten over de aard van de christelijke eenheid, het doopsel en de eucharistie, het ambt en het gezag in de kerk' in het licht worden gesteld. Dit is een bron van diepe vreugde voor ieder die werkelijk gelooft in de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk. De moeizame weg naar de eenheid welke door Christus is gewild voor zijn leerlingen, wordt zo een concrete uitdrukking van de gemeenschappelijke wil de Heer tot het uiterste te gehoorzamen.
In dit vooruitzicht moet men met steeds grotere innigheid volharden in het gebed, het oecumenisch handelen bekrachtigen en het streven naar de volle eenheid versterken.
De steeds verontrustender wisselvalligheden van onze tijd, de open gewapende conflicten hier en daar in de wereld, de gevaren van een kernramp, de angst van de steeds meer bedreigde mens, vormen voor de Christenen een nieuwe aansporing een volledige verzoening te vinden om hun daadwerkelijke bijdrage te leveren aan de noden van de mens.
De profeet Jesaja opent onze geest voor het visioen van de berg van de tempel van de Heer, waarheen alle volkeren zullen optrekken. Dan 'smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot sikkels' (Jes. 2, 4). De kracht die verspild werd in haat en vernietiging zullen worden aangewend voor de echte behoeften van het leven. Op weg naar dat doel 'in het licht van de Heer' (Jes. 2, 5) kunnen de Christenen op grond van het gemeenschappelijk doopsel, van vandaag af hun krachten bundelen om samen een gemeenschappelijk geloofsgetuigenis te geven in een dienstverlening aan ieder mens en aan alle mensen. Het lijden van de huidige wereld is een werkelijkheid welke ons eisen stelt.
De heilige Paulus zegt ons steeds op zijn levendige, actuele en veeleisende spreekwijze: 'Draagt bij voor de noden van de broeders' (Rom. 12, 13). De praktische samenwerking tussen de Christenen van de verschillende belijdenissen is mogelijk en het Tweede Vaticaans Concilie kent er ook een evangelisatiekracht aan toe. 'De samenwerking van alle Christenen is een levendige uitdrukking van de band die hen reeds met elkaar verbindt en stelt het gelaat van de dienende Christus meer in het licht'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 12
De gevoeligmakingsinitiatieven zoals die welke vandaag in het kader van deze abdij wordt geopend, zijn nuttig om een bewustzijn van deelneming en gemeenschap met het lot van de mensheid tot stand te brengen.
Op een meer algemeen vlak heeft de Heilige Stoel een adviesgroep met de Wereldraad van Kerken voor de samenwerking met betrekking tot het sociaal denken en handelen, welke rijk aan mogelijkheden op dit gebied is.
Op de vooravond van zijn offer op het kruis vertrouwde Jezus zijn leerlingen en allen die door hun woord in Hem zouden geloven, toe aan de Vader. Hij bad: 'dat zij één mogen zijn opdat de wereld gelove' (Joh. 17, 21). Hij vroeg een eenheid zonder enige schaduw, een volle, totale en vitale eenheid. Hij bad: 'dat zij volmaakt één zijn' (Joh. 17, 23).
De inspanning van de Christenen ten aanzien van de volle eenheid moet derhalve voortduren totdat het door Jezus Christus aangegeven doel is bereikt. En men moet volharden in de diepgaande bestudering van de kwesties die de Christenen nog altijd verdelen, in de oprechte en eerlijke dialoog, in gezamenlijk handelen en vooral in het gebed dat steun, kracht en richting geeft.
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft het gebed samen met de andere Christenen aangeraden: 'Zulke gemeenschappelijke gebeden zijn werkelijk een zeer doeltreffend middel om de genade van eenheid te verkrijgen'. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 8
Tot u allen hier aanwezig, tot alle gedoopten van heel de wereld, zeg ik met heel mijn hart: Moge de vrede en genade van God altijd met u zijn!
Moge de Heer altijd met ons allen zijn en ons op de wegen leiden die tot de eenheid voeren, opdat wij daardoor doeltreffender het evangelie van liefde, verzoening en vrede aan alle mensen kunnen brengen.
Amen.