H. Paus Johannes Paulus II - 16 januari 1984
Dierbare broeders in het episcopaat,
dierbare vrienden,
Ik heet u zeer hartelijk welkom, blij u weer te ontmoeten tijdens uw jaarlijkse bijeenkomst in Rome voor een bevoorrecht moment van bezinning en oriëntatie in gemeenschap met de paus. Via uw personen begroet ik met respect de mensen van de cultuur van de verschillende continenten. U kent het vitale belang dat ik aan de ontwikkeling van de culturen van onze tijd toeken en aan hun vruchtbare ontmoeting met het heilswoord van Christus de Verlosser, bron van genade ook voor de culturen.
Tijdens deze werkdagen inventariseert u de werkzaamheden van de Pauselijke Raad voor de Cultuur om u op zijn toekomstig handelen te bezinnen vanuit de christelijke kijk op de culturen tegen het einde van de twintigste eeuw.
Ik hoop deze raad, welke het laatst van de organismen van de Romeinse curie is ontstaan, geleidelijk zijn eigen taak op zich neemt en ik dank voor alles wat u sinds de oprichting in mei 1982 hebt gedaan. Ik dank met name kard. Garrone, voorzitter van de voorzitterscommissie, kard. Sales, mgr. Paul Poupart, voorzitter van het uitvoerend comité, mgr. Antonio Javierre Ortas, adviseur, p. Carrier, secretaris, en hun medewerkers, die zich allen aan hun eerste taken van verkenning en verwezenlijking wijden, en de voortreffelijke leden van de internationale raad, van de belangrijke medewerking zeer kostbaar is en zal zijn.
De Heilige Stoel en de Kerk hebben dankzij de universiteiten en kerkelijke academies, de gespecialiseerde commissies, bibliotheken en archieven, reeds altijd aan de wereld een bijdrage van de eerste orde geleverd op het gebied van opvoeding, onderwijs en onderzoek, van gewijde wetenschappen en kunst. Verschillende organismen van de curie werken daartoe mee en het is ongetwijfeld wenselijk dat hun activiteit nog wordt ontwikkeld in antwoord op de eisen van de hedendaagse wereld, en dat deze vooral beter afgestemd en bekend wordt. Uw raad heeft zijn eigen aandeel in deze activiteit en samenwerking.
Uw taak is vooral betrekkingen met de wereld van de cultuur aan te gaan, in de Kerk en buiten de kerkelijke instellingen, met de bisschoppen, de religieuzen, de leken die bij dit gebied betrokken zijn of afgevaardigden door de officiële of particuliere culturele organisaties, de universitairen, de onderzoekers en kunstenaars, allen die er belang in stellen de culturele problemen van onze tijd grondig te bestuderen. Samen met de plaatselijke kerken draagt u ertoe bij dat deze bevoegde vertegenwoordigers de vrucht van hun ervaringen, onderzoekingen en verwezenlijkingen kenbaar maken aan de Kerk tot voordeel van de cultuur -welke de Kerk bij haar pastorale dialoog niet kan negeren en welke een bron van menselijke verrijking zijn - en dat zij daarover ook het getuigenis van Christenen ontvangen.
Men denkt natuurlijk aan de internationale organisaties zoals de UNESCO en de Raad van Europa, waarvan de bijzondere activiteiten in dienst willen staan van de cultuur en de opvoeding. Uw raad kan bijdragen - zoals hij dat reeds doet - om de samenwerking te versterken die met dergelijke organismen overeenkomt, die reeds in betrekking staan met de Heilige Stoel.
U bent eveneens de aangewezen instantie om met andere vertegenwoordigers van de Heilige Stoel en van de Kerk deel te nemen aan belangrijke congressen die de problemen van de cultuur en de menswetenschappen behandelen. Op dergelijke terreinen is de aanwezigheid van de Kerk, in zover zij wordt uitgenodigd, bijzonder belangrijk en een bron van grote verrijking zowel voor de wereld als voor haar zelf, en het is van belang dat zij er al haar zorg aan wijdt.
De gewone activiteit van de raad is ook de grondige bestudering van grote culturele kwesties waarbij het geloof wordt aangesproken en de Kerk bijzonder wordt betrokken. Daar ligt een door de paus, de Heilige Stoel en de Kerk gewaardeerde dienst. De collectie 'Cultures et dialogue' - waarvan men het eerste en belangrijke deel over de zaak Galilei reeds kent - zal, evenals verschillende verwezenlijkingen die u voor de dialoog tussen het Evangelie en de culturen voorziet, daartoe kunnen bijdragen.
Voor de voortzetting van uw plannen is het goed - daar u er de zorg voor hebt - u tot de bisschoppenconferenties te wenden om van hun kant de initiatieven te verkrijgen die de doeleinden van het Tweede Vaticaans Concilie en vooral van de pastorale constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) in de praktijk omzetten in hun milieus. Een beter inzicht hoe de plaatselijke kerken de ontwikkelingen van de mentaliteit en culturen in hun landen begrijpen, zal bijdragen om hun evangelisatie beter richting te geven. Waardevolle pastorale experimenten zijn sinds het concilie op dit gebied ondernomen, die de plaatselijke kerken in staat stellen in het licht van het evangelie de ingewikkelde problemen tegemoet te treden die zich voordoen door de opkomst van nieuwe culturen en de uitdagingen van de inculturatie, nieuwe denkrichtingen, de soms botsende ontmoeting van de culturen en het oprecht zoeken van de dialoog tussen hen en de Kerk.
Bepaalde episcopaten hebben reeds een bevoegde commissie voor de cultuur in het leven geroepen. Enkele bisdommen hebben een verantwoordelijke, soms een hulpbisschop, benoemd die belast is met de nieuwe problemen welke aan een moderne pastoraal van de cultuur worden gesteld. Deze oplossing heb ik, zoals u weet, zelf gemeend te moeten aanwenden voor het bisdom Rome.
Het zal belangrijk zijn de resultaten welke deze initiatieven hebben weten te bewerken bekend te maken door zo een nuttige uitwisseling van informatie en een gezonde wedijver te doen ontstaan.
Terecht probeert u ook samen te werken met de Internationale katholieke organisaties. Verscheidene van deze organisaties hebben bijzondere belangstelling voor de problemen van de cultuur en hebben reeds de wens tot samenwerking met u te kennen gegeven. De Internationale katholieke organisaties nemen voorposten in bij de actie welke de katholieken voeren voor de bevordering van de cultuur, het onderwijs en de dialoog tussen de culturen. Daarom ben ik blij met de aandacht welke uw raad aan deze belangrijke sector schenkt in samenwerking met de Pauselijke raad voor de leken welke de bevoegdheid heeft het apostolaat van de internationale katholieke organisaties in het algemeen te volgen.
Anderzijds ontplooien veel religieuzen op het gebied van de cultuur een belangrijke activiteit. Verscheidene religieuze instellingen die aan het onderwijswerk en de culturele vooruitgang, aan het verstaan en de evangelisatie van de culturen zijn gewijd, hebben hun verlangen te kennen gegeven actief deel te nemen aan de zending van de Pauselijke raad voor de cultuur om samen te trachten in een geest van broederlijke samenwerking de beste wegen te vinden om de doeleinden van het Tweede Vaticaans Concilie op deze brede terreinen te bevorderen. Samen met de Congregatie voor de religieuzen en de seculiere instituten zal uw raad ertoe kunnen bijdragen deze religieuzen te helpen bij het bijzondere evangelisatiewerk waarmee zij belast zijn voor de culturele ontwikkeling van het menselijk wezen.
Door deze enkele woorden zal men gemakkelijk het belang en de dringende noodzaak begrijpen van de zending welke aan de Pauselijke raad voor de cultuur is toevertrouwd, een zending welke aansluit bij haar plaats - en onder een bijzonder oogpunt - onder die van de organismen van de Heilige Stoel en die van heel de Kerk en verantwoordelijk is om de blijde boodschap te brengen aan mensen die zeer getekend zijn door de culturele vooruitgang maar ook door haar grenzen. Meer dan ooit wordt de mens namelijk bedreigd door de anti-cultuur, die onder andere naar voren komt in het toenemend geweld, de moordaanslagen, uitbuiting van instincten en egoïstische belangen. Werkend aan de vooruitgang van de cultuur probeert de Kerk onophoudelijk de gemeenschappelijke wijsheid te laten inwerken op de belangen die tweedracht zaaien. Onze generaties moeten in staat worden gesteld een cultuur van vrede op te bouwen. Mogen onze tijdgenoten de smaak en de achting voor de cultuur, de echte overwinning van de rede, van broederlijk begrip en heilige eerbied voor de mens terugvinden, welke in staat is tot liefde, creativiteit, beschouwing, solidariteit en transcendentie! In dit jubileumjaar van de verlossing, dat me reeds het voorrecht gaf de ijverige bedevaart van talrijke mannen en vrouwen van de cultuur te ontvangen, smeek ik de zegeningen van de Heer af over uw moeilijke en opwindende taak. Moge de boodschap van verzoening, bevrijding en liefde, geput uit de levende bronnen van het evangelie de culturen van onze tijdgenoten die zoeken naar hoop, uitzuiveren en verlichten.