Paus Benedictus XVI - 25 december 2005
Alvorens te proberen het specifieke profiel te definiëren van de kerkelijke activiteiten in dienst van de mens, wil ik eerst nog een blik werpen op de algemene situatie van de inzet om gerechtigheid en liefde in de wereld van vandaag.
Van de andere kant - en dat is een uitdagend en tegelijk bemoedigend aspect van de globalisering - staan ons tegenwoordig talloze middelen ter beschikking, om de noodlijdende broeders en zusters humanitaire hulp te verschaffen, niet op de laatste plaats de moderne systemen voor het uitdelen van voedsel en kleding en voor het opzetten van mogelijkheden tot opvang en onderdak. Zo overwint de zorg voor de naaste de grenzen van de nationale gemeenschappen en poogt zij haar horizon uit te breiden tot de hele wereld. Terecht heeft het tweede Vaticaans Concilie onderstreept: “Onder de kenmerkende tekenen van deze tijd verdient het groeiende en onweerstaanbare solidariteitsgevoel van alle volkeren bijzondere opmerkzaamheid”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 14 De staatsinstellingen en de humanitaire verenigingen ondersteunen initiatieven in dit kader, de ene door hulp of door belastingverlichtingen, de andere doordat zij aanzienlijke geldbedragen ter beschikking stellen. Op deze manier overtreft de solidariteit die door de menselijke gemeenschap tot uitdrukking wordt gebracht, aanzienlijk die van de individuele mens.
Ook in de katholieke Kerk en in andere Kerken en kerkelijke Gemeenschappen zijn nieuwe vormen van caritatieve dienstverlening ontstaan en hebben oude zich met nieuwe kracht ontplooid - vormen waarin dikwijls een geslaagde verbinding gemaakt is tussen evangelisering en liefdewerk. Hier wil ik graag bevestigen wat mijn grote voorganger Johannes Paulus II geschreven heeft in zijn encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987) Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 23 toen hij verklaarde dat de katholieke Kerk bereid was tot samenwerking met de caritatieve organisaties van deze Kerken en Gemeenschappen, omdat wij immers allen vanuit dezelfde fundamentele beweegreden handelen en zo hetzelfde doel voor ogen hebben: een waarachtig humanisme dat in de mens het beeld van God erkent en hem wil helpen een leven te leiden dat aan deze waardigheid beantwoordt. De encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ut Unum Sint
Over de inzet voor de oecumene
(25 mei 1995) heeft dan nog eens onderstreept dat het voor een ontwikkeling naar een betere wereld noodzakelijk is dat de christenen met één gemeenschappelijke stem spreken en zich gezamenlijk ervoor inzetten, dat “de eerbiediging van de rechten en de behoeften van allen, in het bijzonder van de armen, de vernederden en van degenen die geen bescherming genieten, aan een overwinning geholpen wordt”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de inzet voor de oecumene, Ut Unum Sint (25 mei 1995), 43 Ik wil hier graag uitdrukking geven aan mijn vreugde over het feit dat deze wens in heel de wereld door talrijke initiatieven een breed echo gevonden heeft.