
Paus Franciscus - 22 oktober 2017
Wat Benedictus XV bijna honderd jaar geleden ter harte ging en waaraan het Conciliedocument ons reeds meer dan vijftig jaar herinnert, blijft geheel actueel. Vandaag evenals toen, “beseft de Kerk, die door Christus gezonden is om de liefde van God voor alle mensen en naties te manifesteren en mee te delen, dat haar een enorm missionair werk te doen staat”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 10 Hierover bemerkte de heilige Johannes Paulus II dat “de zending van Christus de Verlosser, toevertrouwd aan de Kerk, nog veraf van haar voltooiing is” en dat “een totaalblik op de mensheid toont dat deze zending nog aan het begin staat en dat wij ons met al onze krachten in haar dienst moeten inzetten”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 1 Daarom, met de woorden die ik opnieuw onder ieders aandacht zou willen brengen, heeft hij de Kerk opgeroepen “haar missionair engagement te vernieuwen”, in de overtuiging dat missie “de Kerk vernieuwt, het geloof en de christelijke identiteit versterkt, enthousiasme en nieuwe motivaties aanwakkert. Geloof wordt sterker als men het geeft! De nieuwe evangelisatie van de christenvolken zal inspiratie en steun vinden in het engagement voor de universele missie”. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 2