H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 1981
LABOREM EXERCENS Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum |
|||
► | Het conflict tussen arbeid en kapitaal in de moderne wereld | ||
► | Het “personalistische” argument |
Hieruit ontstaan bepaalde rechten van arbeiders, die overeenkomen met de functie van de arbeid; hierover zal later gesproken worden. Maar hier moet reeds in het algemeen gezegd worden dat de werkende mens terecht niet alleen een billijk loon voor zijn arbeid eist, maar dat het ook kan gebeuren dat hij, wil hij in het verloop van het arbeidsproces de verdiende achting krijgen, ook al werkt hij in een bedrijf dat gemeenschappelijk bezit is, zich tevens bewust is dat hij “voor eigen zaak” werkt. Dit bewustzijn gaat echter bij hem verloren bij een te groot centralistisch bureaucratisch beheer, waarin de arbeider zich eerder ziet als een klein onderdeel van een enorme machine, die door een hogere macht in beweging gezet wordt, en zelfs eerder – en wel om meerdere redenen – als een puur werktuig in het productieproces dan als het echte subject van de arbeid met een eigen initiatief. De leer van de Kerk heeft steeds de vaste en diepgewortelde overtuiging uitgesproken dat de menselijke arbeid niet slechts een economische factor is, maar ook en vooral de waarden en rechten van iedere mens volledig gerespecteerd worden. Naar de mening van St. Thomas van Aquino Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II-II, q. 65, a. 2 spreekt juist deze reden het meest ten gunste van het privaat eigendom van de productiemiddelen. Ofschoon ik toegeef dat omwille van bepaalde ernstige redenen iets van het beginsel van het privaat eigendom uitgezonderd kan worden – ik verklaar hier zelfs dat in deze tijd een reden is ontstaan om eigendom te socialiseren –, toch verliest het ,aan de persoon” ontleende of personalistische argument niet aan kracht, noch in theorie noch in de praktijk. Want iedere socialisering van productiemiddelen moet, wil ze redelijk en vruchtbaar zijn, met dit argument rekening houden. Men moet immers alles ondernemen opdat de mens zich ook in dergelijk systeem ervan bewust blijft dat hij “voor eigen zaak” werkt. Gebeurt dit niet, dan is de onvermijdelijk dat aan het hele economische proces onberekenbare schade wordt toegebracht, niet alleen op economisch terrein, maar vooral aan de mens zelf.