Paus Pius XI - 29 juni 1931
De Kerk van Jezus Christus heeft nooit de rechten en plichten van de staat met betrekking tot de opvoeding van de jeugd betwist. Wij zelf hebben ze in het geheugen geroepen en ze verkondigd in onze onlangs verschenen Paus Pius XI - Encycliek
Divini illius Magistri
Over de christelijke opvoeding
(31 december 1929): en deze rechten en plichten zijn onbetwistbaar zolang ze blijven binnen de grenzen van de eigen bevoegdheden van de staat; deze bevoegdheden op hun beurt zijn duidelijk omschreven door het doel van de staat, dat heel zeker niet enkel een lichamelijk en stoffelijk doel is, maar dat wel uit zichzelf noodzakelijkerwijze beperkt blijft binnen de grenzen van het natuurlijke, van het aardse, van het tijdelijke. De universele, goddelijke opdracht daarentegen, die de Kerk van Jezus Christus van Hem persoonlijk ontving en wel zo, dat ze deze niet kan meedelen en zich hierin ook niet kan doen vervangen: deze opdracht strekt zich uit tot het eeuwige, het hemelse, het bovennatuurlijke; van de ene kant is deze orde strikt verplichtend voor ieder redelijk schepsel, en van de andere kant moet krachtens zijn eigen natuur al het overige hieraan onder- of nevengeordend worden.