Synodesecretariaat - 27 oktober 2018
Het geweten van iedere gelovige staat in zijn meest persoonlijke dimensie altijd in verband met het kerkelijk geweten. Alleen door de bemiddeling van de Kerk en haar geloofstraditie kunnen wij toegang hebben tot het authentieke gelaat van God, die zich openbaart in Jezus Christus. De geestelijke onderscheiding doet zich derhalve voor als het oprechte werk van het geweten, in de eigen inzet om het mogelijk goede te leren kennen op grond waarvan men op verantwoorde wijze een besluit moet nemen in het juist gebruik van de praktische rede, innerlijk en in het licht van de persoonlijke relatie met de Heer Jezus.