2 maart 2018
De diocesane synode in de Kerken die de Latijnse ritus volgen en de eparchiale vergadering in de oosterse Kerken Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 460-468 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 235-243. In de oosterse traditie wordt de term 'synode' gebruikt voor vergaderingen van bisschoppen. Vgl. Congregatie voor de Clerus, Instructie over diocesane synodes (19 mrt 1997) Vgl. Congregatie voor de Bisschoppen, Directorium voor het pastorale ambt van bisschoppen, Apostolorum successores (22 feb 2004), 166-176 vormen de "belangrijkste onder de participatieve structuren van het bisdom" en nemen er "een eersterangs plaats" Congregatie voor de Bisschoppen, Directorium voor het pastorale ambt van bisschoppen, Apostolorum successores (22 feb 2004), 166 in. In feite vormen zij het gebeuren van genade waarin het volk van God dat in een lokale Kerk leeft, wordt samengeroepen en zich in naam van Christus verzamelt, onder het voorzitterschap van de bisschop, om de pastorale uitdagingen te onderscheiden, om samen de wegen te zoeken die zij in hun zending moeten bewandelen en om, in een houding van luisteren naar de Geest, actief samen te werken bij het nemen van de nodige beslissingen.
De deelname van "allen" wordt geactiveerd door consultatie in het proces van voorbereiding van de synode en heeft tot doel al Ie stemmen te verzamelen die de uitdrukking zijn van het volk van God in de lokale Kerk. De deelnemers aan vergaderingen en synodes, door verkiezing of benoeming door de bisschop, zijn de zogenaamde "enkelen", aan wie de taak van de viering van de diocesane synode of de eparchiale vergadering is toevertrouwd. Het is van essentieel belang dat de synodedeelnemers in hun geheel een betekenisvol en evenwichtig beeld geven van de lokale Kerk. dat de verscheidenheid aan roepingen, bedieningen, charisma's, competenties. sociale status en geografische afkomst weerspiegelt. De bisschop, opvolger van de apostelen en herder van zijn kudde, die de synode van de lokale Kerk samenroept en voorzitn Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 11. b, is geroepen om de dienst van de eenheid en van leiding uit te oefenen met het gezag dat hem toekomt.