• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Het plan om het jaar van de verlossing te vieren kwam later dan het besluit de synode bijeen te roepen, waarvan het thema is: 'Verzoening en boete in de zending van de kerk'. Maar het is tegelijk gemakkelijk de aandacht erop te vestigen, dat deze twee initiatieven elkaar wederzijds op een bijzondere wijze aanvullen. Het samengaan van beide initiatieven moet erkend worden als iets, dat door de goddelijke voorzienigheid is gegeven. Zo vloeit de synode in zekere zin voort uit hetgeen de kerk door het jaar van de verlossing tracht te beleven - en tegelijk vindt het buitengewoonjubileum in de werkzaamheden van de synode een bijzondere verdieping van de theologische leer en de pastorale praktijk.

Ik wil de goddelijke voorzienigheid daarvoor op bijzondere wijze danken.

Maar tevens wil ik u danken, zeergeliefde broeders, en alle bisschoppen van de kerk. Ik heb dat reeds gedaan op de dag dat deze synode begon. Ik dank, dat onze gedachten en zorg zich hebben geconcentreerd op deze zaak van groot belang: op 'verzoening en boete'. Wat mij betreft heb ik een grote behoefte gevoeld dit probleem, dat van levensbelang is voor het christelijk bestaan, onder ogen te zien. Dit heb ik vooral reeds verklaard in de encycliek die met de woorden H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980)
 begint, waarvan de voornaamste delen over de 'metanoia' handelen, dat wil zeggen de boete als bekering, ja zelfs over de onafgebroken bekering tot God. De verzoening is als het ware de vrucht van deze bekering -

zowel de verzoening met God als de verzoening met de mensen, onze broeders.

Aldus blijken boete en verzoening een dimensie te zijn - ja zelfs een fundamentele dimensie - van heel het menselijk bestaan. De synode die over 'verzoening en boete' handelde, heeft daarom vooral een existentieel belang. Daarin raken wij als het ware de wortels van de vraag wat christenzijn betekent in de wereld van onze tijd. Daarom moet de crisis waarin de boete in haar verschillende vormen verkeert, een reden tot zorg zijn. Het gaat hier ook om de boete als bepaalde en zinvolle levensvormen die aan het volk van God eigen zijn, zowel in het oude als nieuwe testament. Het drietal 'vasten, aalmoes, gebed' - samen met andere dagelijkse vormen van boete, die door het leven zelf worden opgelegd of vrijwillig worden aanvaard - dit drietal geeft niet alleen bepaalde daden weer (boetewerken), maar getuigt ook van een levende band met God in de wijze zelf waarop de gelovige mens leeft: een band die doortrokken is van metanoia. De bekering tot God, de terugkeer tot Hem, uit zich niet alleen door gebed, maar ook door het 'zich afwenden' en 'zich losmaken' van de schepselen (door vasten), vooral wanneer deze de vereniging met God in de weg staan. Daaruit volgt de ontvankelijkheid van de mens voor andere mensen (door de aalmoes).

Onze pastorale bezorgdheid betreft ook de meer innerlijke houdingen die onder christenen worden waargenomen, vooral in bepaalde kringen, milieus en samenlevingen. In hen ontbreekt de boetedimensie. De praktijk van het boetesacrament is geen afzonderlijke kwestie, maar heeft - al dan niet - zijn wortels in deze fundamentele bestaanswijze van de mens, wanneer de oproep van Christus hem bereikt, welke reeds vanaf de eerste woorden van het evangelie weerklinkt: 'Bekeert u - paenitemini'.

Het is verontrustend, dat mensen die zich door de veranderingen laten meeslepen, vervreemden van de boetehouding en ook van de 'boete'-praktijken van het christelijk leven, die vroeger nauwkeurig waren bepaald, en dat in plaats daarvan geen nieuwe praktijk wordt ingevoerd die meer aan de noden en mogelijkheden van onze tijd beantwoordt en tegelijk voldoende zinvol en dynamisch is. Met andere woorden, het is verontrustend, dat op dit voor het hele leven zo wezenlijke gebied als de 'metanoia-boete' misschien een leegte sui generis (van een eigen aard), een zeker gebrek ontstaat. Dit gebrek zou, wanneer het werkelijk de overhand zou krijgen, het hele 'mysterie' van het christelijk leven treffen en zich vervolgens uiten in het gedrag tegenover het sacramentele leven, vooral tegenover de sacramenten van boete en eucharistie. In de encycliek die met de woorden H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Redemptor Hominis
De Verlosser van de mensen
(4 maart 1979)
 begint, heb ik de aandacht reeds op dit onderwerp gevestigd.

Document

Naam: "UW GUNSTEN HEER WIL IK BEZINGEN" (PS. 89, 2)
Tijdens de plechtige concelebratie ter afsluiting van de 6e Gewone Algemene vergadering van de Bisschoppensynode
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Homilie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 29 oktober 1983
Copyrights: © 1983, Archief van de Kerken
Bewerkt: 10 juli 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test