• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Omdat de priesters door de wijding zijn opgenomen in de priesterstand, zijn zij allen door een sacramentele broederlijkheid nauw met elkaar verbonden; en met name vormen zij één priestercollege in het diocees, waarvan zij in dienst staan onder de eigen bisschop. Want ook al zijn de taken die zij te vervullen hebben, verschillend, toch oefenen zij éénzelfde priesterlijke bediening uit voor het welzijn van de mensen. Alle priesters ontvangen immers de zending om mee te werken aan hetzelfde werk, hetzij zij een parochiële of interparochiële bediening uitoefenen, of zich wijden aan de studie of aan het onderricht, of handenarbeid verrichten om zo het lot te delen van de arbeiders zelf, waar dit wenselijk lijkt met goedkeuring van het bevoegde gezag, of tenslotte direct of indirect andere apostolische arbeid volbrengen. Allen zetten zij zich gezamenlijk in voor hetzelfde doel, n.l. de opbouw van het Lichaam van Christus, hetgeen vooral in onze tijd de meest verschillende functies en nieuwe aanpassingen vraagt. Daarom is het van het grootste belang, dat alle priesters, diocesane zowel als reguliere elkaar helpen om altijd de zaak van de waarheid te steunen. Vgl. 3 Joh. 8 Iedere priester is dus met de andere leden van dit priestercollege verbonden door bijzondere banden van apostolische liefde, bediening en broederlijkheid. Dit vinden wij reeds vanaf de oudste tijd uitgedrukt in de liturgie, wanneer de aanwezige priesters worden uitgenodigd om samen met de wijdende bisschop aan de wijdeling de handen op te leggen, en wanneer zij in eensgezindheid bij de eucharistische viering concelebreren. Elke priester is dus met zijn medebroeders verenigd door de band van liefde, gebed en volledige samenwerking, en dit is een uiting van de eenheid, waardoor volgens Christus’ wil de zijnen volmaakt één moeten zij, opdat de wereld zal erkennen, dat de Zoon gezonden is door de Vader. Vgl. Joh. 17, 23

Derhalve moeten de ouderen de jongeren werkelijk als broeders aanvaarden en hen steunen bij de eerste activiteiten en verantwoordelijkheden van hun priesterlijke taak; zij moeten hun mentaliteit, ook waar deze van de hunne verschilt, trachten te begrijpen, en welwillend staan tegenover huninitiatieven. De jongeren van hun kant moeten eerbied hebben voor de leeftijd en de ervaring van de ouderen; zij moeten met hen overleg plegen aangaande de problemen van de zielzorg en loyaal met hen samenwerken.

Laten de priesters in een geest van broederlijkheid ook de gastvrijheid beoefenen Vgl. Hebr. 13, 1-2 , de weldadigheid en de onderlinge bijstand Vgl. Hebr. 13, 16 , en laten zij zich vooral bezorgd tonen voor hen, die ziek zijn, bedroefd, te zeer met werk overladen, eenzaam, uit hun vaderland verdreven, en voor hen, die vervolging lijden. Vgl. Mt. 5, 10 Het is ook goed, dat zij graag bij elkaar komen voor een aangename ontspanning, volgens de woorden, waarmee de Heer zelf zijn vermoeide apostelen uitnodigde: “Komt nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit” (Mc. 6, 31). Willen de priesters elkaar tot steun zijn in hun geestelijk leven en hun intellectuele ontwikkeling, hun onderlinge samenwerking bevorderen bij de uitoefening van hun bediening, en gevrijwaard blijven tegen eventuele gevaren van de eenzaamheid, dan moet men streven naar een gemeenschappelijk leven. Dit kan op verschillende manieren worden verwezenlijkt naar gelang van de persoonlijke of pastorale behoeften, n.l. door samen te wonen, waar dit mogelijk is, of door gezamenlijke maaltijden of tenminste door veelvuldige en geregelde bijeenkomsten. Ook moet men grote waarde hechten aan bepaalde verenigingen n.l. die op basis van statuten, door het bevoegde kerkelijk gezag goedgekeurd, de heiligheid van de priesters bij de uitoefening van hun bediening willen bevorderen door een geschikte en goedgekeurde levensregel en door broederlijk hulpbetoon, en die zo heel de priesterstand van dienst willen zijn.

Tenslotte moeten de priesters op grond van hun verbondenheid in het priesterschap zich op bijzondere wijze verantwoordelijk voelen voor hen, die in moeilijkheden verkeren; zij moeten hen bijtijds trachten te helpen, ook, waar het nodig is, door een discrete vermaning. En mochten sommigen in een of ander punt zwak zijn geweest, laten zij hen dan steeds tegemoet treden met broederlijke liefde en met een groot begrip; laten zij vurig voor hen bidden en zich bij iedere gelegenheid hun ware broeders en vrienden tonen.

Document

Naam: PRESBYTERORUM ORDINIS
Over het leven en dienst van de priester
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 7 december 1965
Copyrights: © 1967, Ecclesia Docens 0797, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Bewerkt: 4 december 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test