• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
God, die alleen de heilige is en degene die heilig maakt, heeft zich tot medewerkers en helpers willen kiezen mensen, die nederig in dienst zouden staan van het heiligingwerk. Daarom worden door God door middel van de bisschop priesters gewijd, om, op bijzondere wijze deelachtig geworden aan het Priesterschap van Christus, bij de heilige handelingen op te treden als dienaars van Hem, die zijn priesterschap voortdurend in de liturgie voor ons uitoefent door zijn Geest. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7 Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus, Mystici Corporis Christi (29 juni 1943), 78 Door het Doopsel leiden zij de mensen binnen in het volk Gods; door het Sacrament van boetvaardigheid verzoenen zij de zondaars met God en met de Kerk; door de ziekenzalving schenken zij verlichting aan de zieken; door de viering vooral van de heilige Mis dragen zij op sacramentele wijze het offer van Christus op. Bij de bediening echter van ieder sacrament zijn de priesters, zoals reeds de heilige martelaar Ignatius in de oude Kerk verklaart H. Ignatius van AntiochiĆ«, Brief aan de Christenen van Smyrna, Epistula ad Smyrnaeos. 8, 1-2 (ed. F. X. Funk, blz. 240) Constitutiones Apostolorum VIII, 12, 3 (ed. F.X. Funk, blz. 496); VIII, 29, 2 (blz. 532)., op verschillende wijzen hiërarchisch verbonden met de bisschop en stellen hem zo in zekere zin tegenwoordig bij iedere samenkomst van de gelovigen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 28

De andere sacramenten, gelijk ook alle kerkelijk bedieningen en apostolaatwerken, hangen nauw samen met de heilige Eucharistie en zijn daarop gericht. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 73, a. 3. c||“De Eucharistie is als het ware de voltooiing van het geestelijk leven en het doel van alle sacramenten Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 65, a. 3 Want in de heilige Eucharistie lig heel de geestelijke rijkdom van de Kerk vervat Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 65, a. 3, ad 1; q. 79, a. 1, c, en ad 1, Christus zelf, ons Pasen en het levend brood, die door zijn Vlees, dat tot leven werd gewekt en levenwekkend is aan de mensen; dezen ontvangen zo een uitnodiging en een prikkel om zichzelf, hun arbeid en al het geschapene samen met Hem aan God op te dragen. Daarom is de Eucharistie duidelijk de bron en het hoogtepunt van heel de Evangelieprediking, doordat n.l. de catechumenen geleidelijk worden geboerd tot de deelname aan de Eucharistie, en de gelovigen, die reeds door het heilig doopsel en vormsel zijn getekend, door het nuttigen van de Eucharistie volledig worden opgenomen in het Lichaam van Christus.

De eucharistische bijeenkomst is daarom het middelpunt van de gemeenschap der gelovigen, waarvan de priester de leiding heeft, De priesters leren dus de gelovigen, in het offer van de Mis het goddelijk slachtoffer aan God de Vader op te dragen en het offer van hun eigen leven hiermee te verenigen. In de geest van Christus, de herder, leren zij hen, hun zonden in het Sacrament van boetvaardigheid berouwvol aan de Kerk voor te leggen, waardoor zij zich steeds meer tot de Heer bekeren, gedachtig zijn woorden: “Bekeert u, want het rijk de hemelen is nabij” (Mt. 4, 17). Eveneens leren zij hen, de liturgische vieringen zó te beleven, dat zij daarin ook komen tot een echte gebed. Zij brengen hun een steeds volmaaktere gebedsgeest bij voor heel hun leven, overeenkomstig ieders genadegaven en noden, en zij stimuleren allen tot het vervullen van de plichten van huns staat en de meer gevorderden tot het volgen van de evangelische raden, volgens ieders mogelijkheden. Zo leren zij de gelovigen, voor de heer hymnen en geestelijke liederen te zingen uit heel hun hart en altijd voor alles dank te zeggen aan God, de Vader, in de naam van onze Heer Jezus Christus. Vgl. Ef. 5, 19-20

De lof en de dank, die de priesters aan God brengen bij de viering van de Eucharistie, strekken zij uit over de verschillende uren van de dag door het goddelijk officie, waarin zij in naam van de Kerk God bidden voor heel het hun toevertrouwde volk en zelfs voor de gehele wereld.

Het huis van gebed, waarin de heilige Eucharistie wordt gevierd en bewaard en de gelovigen hun samenkomsten houden en waarin de tegenwoordigheid van Gods Zoon, onze Verlosser, die zich voor ons heeft geofferd op het altaar, wordt vereerd tot hulp en troost van de gelovigen, moet goed verzorgd zijn en geschikt voor het gebed en de heilige diensten. Vgl. H. Hieronymus, Epistolarium. 114, 2: “... de heilige kelken en het linnen en al het andere, dat betrokken is bij de eredienst van het lijden des Heren... moet vanwege het contact met het Lichaam en Bloed van de Heer met dezelfde eerbied worden behandeld als zijn Lichaam en Bloed (PL 22, 934) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 122-127 In dit huis ontvangen herders en gelovigen de uitnodiging om in dankbaarheid te beantwoorden aan de gaven van Hem, die door zijn mensheid het goddelijk leven voortdurend uitstort in de ledematen van zijn Lichaam. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965), 66. “Ook zullen zij niet nalaten, in de loop van de dag een bezoek te brengen aan het heilig Sacrament, dat op een uiterst waardige plaats en met de grootste eerbied volgens de liturgische wetten in de Kerk moet worden bewaard. Zulk een bezoek is een bewijs van dankbaarheid, een teken van liefde en een plicht van aanbidding ten opzichte van Christus de Heer, die daar nog tegenwoordig is” Laten de priesters zich terdege toeleggen op de kennis en de praktijk van de liturgie; dan zullen door hun liturgische bediening de hun toevertrouwde christengemeenschappen steeds volmaakter lof brengen aan God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Om in alle levensomstandigheden de vereniging met Christus te kunnen bevorderen beschikken de priesters behalve over een diep doorleefd uitoefenen van hun bediening, ook over de algemene en bijzondere middelen, moderne zowel als traditionele, die de Heilige Geest altijd weer doet ontstaan in het volk van God en die de Kerk met het oog op de heiliging van haar leden aanbeveelt en soms ook voorschrijft Zie Kerkelijk weetboek (1917), can. 125 vv. Onder alle geestelijke hulpmiddelen nemen de handelingen waardoor gelovigen zich voeden met het woord van God aan de tweevoudige tafel van de heilige Schrift en de Eucharistie, de hoogste plaats. Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, Hoogfeest van Maria Tenhemeldopneming - San Tommaso da Villanova, Castel Gandolfo, De aanwezigheid van God in Maria (15 aug 2011), 6 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 21 Iedereen weet, van hoeveel belang het voortdurend benutten van deze middelen is voor de heiliging van de priesters.

De bedienaars van de sacramentele genade komen tot een innige vereniging met Christus, Verlosser en Herder, door het vruchtbaar ontvangen van de sacramenten, vooral door de veelvuldige biecht, die, als ze wordt voorbereid door een dagelijks gewetensonderzoek, een krachtig middel is voor de zo noodzakelijke bekering van het hart tot de Vader van barmhartigheid. In het licht van het geloof, gevoed door de lezing van de heilige Schrift, kunnen zij in alles wat in het leven voorvalt, ijverig de tekenen van Gods wil en de stuwing van zijn genade trachten te ontdekken en zo steeds meer open staan voor de plichten van hun zending, die zij in de Heilige Geest hebben aanvaard. Een prachtig voorbeeld van deze openheid vinden zij altijd in de heilige Maagd Maria, die zich onder de leiding van de Heilige Geest geheel heeft toegewijd aan het geheim van de Verlossing der mensen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 65 De priesters moeten haar, die de Moeder is van de eeuwige Hogepriester en de Koningin der apostelen, en die de steun is bij hun dienstwerk, met een kinderlijke liefde en godsvrucht vereren en liefhebben.

Willen de priesters hun bediening getrouw kunnen vervullen, dan moeten zij veel werk maken van een dagelijks onderhoud met Christus de Heer bij het bezoek aan het heilig Sacrament en van een persoonlijke verering van de Eucharistie. Laten zij ook graag tijd nemen voor geestelijke afzondering en grote waarde hechten aan geestelijke leiding. Op allerlei wijzen, vooral door het inwendig gebed, dat zo heilzaam is gebleken in de ervaring, en door diverse gebedsvormen, volgens ieders persoonlijke voorkeur, zoeken en vragen de priesters dringend aan God de echte geest van aanbidding, waardoor zij samen met hun gelovigen zich innig kunnen verenigen met Christus, de Middelaar van het nieuwe Verbond, en zo als Gods aangenomen kinderen kunnen roepen: “Abba, Vader” (Rom. 8, 15)

Document

Naam: PRESBYTERORUM ORDINIS
Over het leven en dienst van de priester
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 7 december 1965
Copyrights: © 1967, Ecclesia Docens 0797, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Bewerkt: 4 december 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test