7 december 1965
Christus die door de Vader is geheiligd of gewijd en in de wereld is gezonden Vgl. Joh. 10, 36 , “heeft zich voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en zichzelf een volk te verwerven, gereinigd en ijverig in goede werken” (Tit. 2, 14), en zó is Hij door zijn lijden in zijn heerlijkheid binnengegaan. Vgl. Lc. 24, 26 Zo ook versterven de priesters gewijd door de zalving van de Heilige Geest en door Christus gezonden, in zich de werken van de zelfzucht en wijden zij zich volledig aan de dienst van de mensen. Langs deze weg kunnen zij uitgroeien tot de volle mannenmaat Vgl. Ef. 4, 13 in de heiligheid waarmee Christus hen heeft verrijkt.
Zij worden derhalve door de uitoefening van de bediening van de Geest en van de gerechtigheid Vgl. 2 Kor. 3, 8-9 versterkt in het leven van de geest, als zij tenminste openstaan voor de Geest van Christus, die hun bezieling en leiding schenkt. Want de heilige handelingen van iedere dag en heel hun bediening die hun bezieling en leiding schenkt. Want de heilige handelingen van iedere dag en heel hun bediening die zij in gemeenschap met de bisschop en de andere priesters uitoefenen, stuwen hen in de richting van een volmaakt leven. Van de andere kant draagt de heiligheid van de priester veel bij tot de vruchtbaarheid van hun bediening. Want, al kan Gods genade ook door onwaardige bedienaars het heilswerk voltrekken, toch geeft God er gewoonlijk de voorkeur aan, zijn wonderwerken te tonen door hen, die meer openstaan voor de stuwing en de leiding van de Heilige Geest en die vanwege hun innige vereniging met Christus en hun heilig leven met de apostel kunnen zeggen: ”Niet ík leef meer, maar Christus is het, die leeft in mij” (Gal. 2, 20).
Daarom wil deze heilige Synode met het oog op de verwezenlijking van haar pastorale doelstellingen: de innerlijke vernieuwing van de Kerk, de verbreiding van het Evangelie over de gehele wereld en de dialoog met de moderne wereld, alle priesters dringend aansporen om met de middelen, door de Kerk aanbevolen Vgl. H. Paus Pius X, Apostolische Exhortatie, Over de heiligheid van de priesters, Haerent animo - Ad Clerum (4 aug 1908) Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Exhortatie, Aan geheel de geestelijkheid in vrede de na te streven heiligheid van het priesterlijk leven, Menti Nostrae (23 sept 1950) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Katholieke priesterschap, Ad Catholici Sacerdotii fastigium (20 dec 1935) Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Bij gelegenheid van de 100e sterfdag van de H. Pastoor van Ars, Sacerdotii Nostri primordia (1 aug 1959), altijd te blijven streven naar grotere heiligheid om zo steeds meer geschikte werktuigen te worden in dienst van het gehele volk Gods.