• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
ORIENTALIUM ECCLESIARUM
Over de Oosterse Kerken
PARAGRAAF 3  -  Het behoud van het geestelijk erf goed van de Oosterse Kerken

PARAGRAAF 3 - Het behoud van het geestelijk erf goed van de Oosterse Kerken

De geschiedenis, de tradities en talrijke kerkelijke instellingen laten duidelijk zien, welke grote verdiensten de Oosterse Kerken hebben voor de universele Kerk. Vgl. Paus Leo XIII, Apostolische Brief, Orientalium Dignitas (30 nov 1894) Vgl. Paus Leo XIII, Apostolische Brief, Praeclara gratulationis publicae (20 juni 1894) En de in alinea 2 aangehaalde documenten. Daarom heeft de heilige Synode niet alleen de verschuldigde waardering en lof voor dit kerkelijk en geestelijk erfgoed, maar beschouwt dit ook als een erfgoed van de gehele Kerk van Christus. Zij verklaart derhalve plechtig, dat de Kerken van het Oosten zowel als van het Westen het recht en de plicht hebben, haar leven in te richten volgens haar eigen bijzondere wetten en gebruiken, want deze genieten het voorrecht van een eerbiedwaardige oudheid, beantwoorden beter aan de levenswijze van haar gelovigen en zijn meer bevorderlijk voor hun geestelijk heil.

Alle Oosterse Christenen moeten weten en ervan verzekerd zijn, dat zij hun rechtmatige liturgische riten en hun wetten en gebruiken altijd mogen en moeten behouden, en dat daarin geen veranderingen mogen worden aangebracht tenzij op grond van hun eigen organische ontwikkeling. De Oosterse christenen zelf moeten daarom dit alles met de grootste trouw naleven; zij moeten zich een steeds grotere kennis en een steeds volmaaktere praktijk van deze dingen eigen maken, en, mochten zij door omstandigheden van tijd of personen er onrechtmatig van zijn afgeweken, dan moeten zij zich beijveren, tot de aloude tradities terug te keren. Zij, die uit hoofde van hun ambt of hun apostolaat dikwijls in contact komen met de Oosterse Kerken of haar gelovigen, moeten, overeenkomstig de belangrijkheid van hun functie, nauwkeurig onderricht worden omtrent de theorie en de praktijk van de riten, de wetten en gebruiken, de leer, de geschiedenis en het karakter van de Oosterse christenen. Vgl. Paus Benedictus XV, Motu Proprio, Oprichting van het Pauslijk Oosters Instituut, Orientis catholici (15 okt 1917) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de promotie van de studies van de Oosterse Kerken, Rerum Orientalium (8 sept 1928) De religieuze instituten en gemeenschappen van de Latijnse ritus, die in het Oosten of onder Oosterse gelovigen werkzaam zijn, wordt dringend op het hart gedrukt, om, met het oog op een doeltreffender apostolaat, huizen of zelfs provincies te stichten van de Oosterse ritus, voor zover dit mogelijk is. De praktijk van de Katholieke Kerk onder Pius XI, Pius XII, Johannes XXIII vertoont heel duidelijk deze tendens.

Document

Naam: ORIENTALIUM ECCLESIARUM
Over de Oosterse Kerken
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 21 november 1964
Copyrights: © 1965, Ecclesia Docens 0717, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Bewerkt: 10 september 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test