Maar is het voor ons niet een hoogst welkome en weldadig aandoende gedachte, dat Christus niet alleen door geboorterecht over ons heerst, maar ook door een verworven recht, namelijk de verdienste van de verlossing?
0 mochten. toch alle mensen bij hun vergeetachtigheid dikwijls bedenken, welk een grote prijs wij aan onze Verlosser gekost hebben! „Niet met vergankelijk goud of zilver zijt gij vrijgekocht, maar door het kostbaar bloed van Christus, een vlekkeloos Lam zonder gebreken.” (1 Pt. 1, 18-19) Wij zijn niet meer ons eigendom, daar Christus ons „voor een hoge prijs” (1 Kor. 6, 20) heeft gekocht; ja zelfs „ons lichaam is een lidmaat van Christus.” (1 Kor. 6, 15)