• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Bij de nadering van het einde van het tweede millennium dat aan allen de komst van het Woord op de “volheid der tijden” in herinnering moet brengen en deze als het ware opnieuw moet verwerkelijken, wil de Kerk nogmaals doordringen tot het wezen van haar goddelijke-menselijke constitutie en van de zending die haar doet deelnemen aan de Messiaanse zending van Christus, volgens het altijd geldige onderricht van het Tweede Vaticaans Concilie. Deze lijn volgend kunnen wij terugkeren naar het cenakel waar Jezus Christus de Heilige Geest openbaart als Parakleet, als Geest der waarheid, en spreekt over zijn eigen “heengaan” door middel van het kruis als noodzakelijke voorwaarde voor diens “komst”: “Het is goed voor u dat Ik heenga; want als Ik niet heenga, zal de Helper niet tot u komen. Nu ik wel ga, zal Ik Hem tot u zenden” (Joh. 16, 7). Wij hebben gezien dat deze aankondiging reeds op de avond van de dag van Pasen voor het eerst werkelijkheid is geworden en vervolgens op Pinksteren te Jeruzalem, en dat zij van toen af in de mensengeschiedenis werkelijkheid wordt door bemiddeling van de Kerk. In het licht van die aankondiging wordt ook volledig de betekenis duidelijk van wat Jezus eveneens tijdens het Laatste Avondmaal zegt over zijn nieuwe “komst’. Het is inderdaad veelbetekenend dat Hij in de afscheidsrede niet alleen over zijn “heengaan” spreekt maar ook over zijn nieuwe “komst”. Hij zegt: “Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug” (Joh. 14, 18). En op het ogenblik van zijn definitieve afscheid voor zijn hemelvaart zal Hij nog uitdrukkelijker zeggen: “Ziet, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28, 20). Deze nieuwe “komst van Christus, dit voortdurend komen om met de apostelen en met de Kerk te zijn “tot aan de voleinding der wereld”, verandert zeker niet het feit van zijn “heengaan”. Zij volgt daarop, na de afsluiting van het Messiaanse werk van Christus op aarde, en zij geschiedt in het kader van de aangekondigde zending van de Heilige Geest en vindt om zo te zeggen plaats in diens werking. Zij voltrekt zich door de Heilige Geest die maakt dat Christus die heengegaan is, nu en altijd op nieuwe wijze komt. Deze nieuwe komst van Christus door de Heilige Geest en zijn aanwezigheid en werking in het geestelijke leven worden verwezenlijkt in de sacramentele werkelijkheid. Christus die heengegaan is in zijn zichtbare mensheid, komt tegenwoordig in de sacramentele werkelijkheid en handelt daarin op zo’n innige wijze in de Kerk dat deze als het ware zijn Lichaam wordt. Als zodanig leeft, werkt en groeit de Kerk “tot aan de voleinding der wereld”. Dit alles geschiedt door de werking van de Heilige Geest.

Document

Naam: DOMINUM ET VIVIFICANTEM
Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 18 mei 1986
Copyrights: © 1986 Stg. Verkondiging van het Bisdom Roermond
Bewerkt: 14 september 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test