
H. Paus Johannes Paulus II - 18 mei 1986
Het Concilie dat de leiding van de Heilige Geest heeft gevolgd en samen met Hem getuigenis heeft afgelegd, heeft op bijzondere wijze de aanwezigheid van de Heilige Geest-Helper bevestigd. Het heeft Hem in zekere zin opnieuw “tegenwoordig” gesteld in ons moeilijke tijdperk. In het licht van deze overtuiging begrijpt men beter het grote belang van alle initiatieven die de verwezenlijking van het Tweede Vaticaans Concilie, van zijn onderricht en van zijn pastorale en oecumenische richtlijnen nastreven. In deze zin dienen ook de opeenvolgende vergaderingen van de bisschoppensynode beschouwd en beoordeeld te worden, die er naar streven dat de vruchten van de waarheid en de liefde – de echte vruchten van de Heilige Geest – een duurzaam goed van het volk Gods worden op zijn aardse pelgrimstocht in de loop der eeuwen. Dit werk van de Kerk dat streeft naar het realiseren en bevestigen van de heilsvruchten die de geest op het Concilie heeft uitgedeeld, is onmisbaar. Hiervoor moet men ze nauwkeurig weten te “onderscheiden” van alles wat daarentegen allereerst van de “vorst van deze wereld” Vgl. Joh. 12, 31
Vgl. Joh. 14, 30
Vgl. Joh. 16, 11
kan komen. Dit onderscheidingsvermogen is des te meer noodzakelijk bij de verwezenlijking van het werk van het Concilie, omdat dit zich wijd opengesteld heeft voor de huidige wereld, zoals duidelijk blijkt uit zijn belangrijke constituties 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) en 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964).
Wij lezen in de pastorale constitutie:
“Hun gemeenschap (van de leerlingen van Christus) wordt... gevormd door mensen die, verenigd in Christus door de Heilige Geest worden geleid op hun tocht naar het rijk van de Vader en die de heilsboodschap hebben ontvangen die aan allen verkondigd moet worden. Daarom voelt de Kerk zich werkelijk intiem verbonden met het mensdom en zijn geschiedenis” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 1.
“De Kerk weet waarachtig, dat alleen God, die zij dient, een antwoord kan geven op de diepste verlangens van het menselijk hart, dat door de aardse spijs nooit volledig kan worden verzadigd” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 41.
“De Geest van God ... regelt in wonderlijke voorzienigheid de loop der tijden en vernieuwt het aangezicht van de aarde” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 26