H. Paus Johannes Paulus II - 25 juli 1984
Wij zouden lang kunnen stilstaan bij de analyse van de norm zelf; maar het karakter van beide documenten leidt ons eerder tot overwegingen die op zijn minst onrechtstreeks pastoraal zijn. In feite is 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) een pastorale constitutie, en de H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) van Paulus VI – met haar doctrinaire waarde – neigt om dezelfde oriëntatie te hebben. Ze is inderdaad bedoeld als een antwoord op de vragen van de moderne mens. Deze vragen zijn van demografische aard, en dus ook van sociaal-economische en politieke aard, in verband met de bevolkingsgroei over de hele wereld. Deze vragen beginnen in het veld van afzonderlijke wetenschappen, en gaan gepaard met vragen van hedendaagse moralisten (moraaltheologen). Het zijn vooral de vragen van de echtgenoten die reeds in het centrum van de aandacht in de conciliaire constitutie te vinden zijn en opnieuw in de encycliek met alle wenselijke precisie worden overgenomen. We lezen er inderdaad: “Als men rekening houdt met de huidige levensomstandigheden en met de betekenis van de huwelijksgemeenschap voor de harmonie en de wederzijdse trouw van de echtgenoten, zou een herziening van de tot dusver geldende morele normen dan niet op zijn plaats zijn, temeer als men bedenkt, dat deze slechts ten koste van zware, soms heldhaftige offers kunnen worden nagekomen?” H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 3