15 juli 1563
Als iemand zegt:
dat de bisschoppen niet boven de priesters staan, of de macht niet hebben het Vormsel toe te dienen en te wijden, of die macht, als zij haar al hebben, gemeen hebben met de priesters,
of die zegt:
dat de wijdingen die zij hebben toegediend zonder de instemming of het verzoek (vocatione) van het volk of de burgelijke macht, ongeldig zijn.
of die zegt:
dat zij niet op de juiste wijze (rite) gewijd zijn door de kerkelijke en canonieke macht, noch door haar gestuurd zijn, maar van buiten komen, wettige bedienaren zijn van woord en sacramenten,
hij zij verdoemd.
Derhalve verklaart de heilige Synode, dat binnen de overige kerkelijke rangen, vooral de bisschoppen, die de apostelen zijn opgevolgd, tot deze hiërarchische rangorde behorend, dat zij – zoals dezelfde apostel zegt - door de Heilige Geest ingezet worden om "de Kerk van God leiding te geven" (Hand. 20, 28) dat zij boven de priesters staan en het sacrament van het Vormsel toedienen, bedienaren van de Kerk wijden en de meeste andere dingen zelf kunnen doen, waarvoor de anderen met lagere wijding geen volmacht hebben. Canon 7
Bovendien leert deze heilige Synode dat bij de wijding van bisschoppen, priesters en de overige wijdingsgraden, noch de toestemming of het verzoek of de autoriteit van het volk of van wat voor een burgerlijk macht dan ook, zó nodig is, dat zonder haar de wijding ongeldig zou zijn.
Ja, zelfs veel meer besluit zij
dat allen, die alléén maar door het volk of door een wereldlijke macht of overheidspersoon zijn geroepen en ingesteld, om op te gaan tot verrichting van deze dienstwerken en zij die dit alles door eigen lichtvaardigheid zich aanmatigen,
dat zij allen beschouwd moeten worden als dieven en boeven, die niet door de deur zijn binnengegaan. Vgl. Joh. 10, 1 Canon 8
Dit is alles wat in het algemeen de heilige Synode meent om de Christengelovigen over het Sacrament van de Wijding te moeten leren. Het tegenovergestelde besloot zij door bepaalde en in eigen canones op de volgende wijze te moeten veroordelen, zodat allen die zich bedienen van het richtsnoer van het geloof, met de hulp van Christus, in de duisternis van zovele dwalingen, de katholieke waarheid gemakkelijker kunnen erkennen en kunnen vasthouden.