Aartsbisschop Luis F. Ladaria, S.J. - Peter Kard. Turkson - 6 januari 2018
Net zoals vele andere bezittingen van de mens is geld op zich een goed middel. Het staat ter beschikking van zijn vrijheid en het vergroot zijn mogelijkheden. Dit middel kan zich echter gemakkelijk tegen de mens keren. Ook de financiering van het bedrijfsleven, door bedrijven dankzij hun beursgang toegang te verlenen tot de vrije kapitaalmarkt, is op zich iets positiefs. Maar dit fenomeen kan vandaag subtiel een verkeerde financiering van de economie versterken. Het zorgt ervoor dat de virtuele rijkdom die zich hoofdzakelijk concentreert op transacties, gekenmerkt door zuiver speculatieve intenties en hoogfrequente handel (high frequency trading), buitensporig veel kapitaal aantrekt, waardoor het aan de positieve kringloop van de reële economie onttrokken wordt. Vgl. Paus Franciscus, Encycliek, 'Wees geprezen' - over de zorg voor het gemeenschappelijke huis, Laudato Si' (24 mei 2015), 109
Wat meer dan een eeuw geleden voorspeld werd, is nu helaas werkelijkheid geworden. De opbrengst uit kapitaal ondermijnt de opbrengst uit arbeid en dreigt die zelfs te verdringen. De opbrengst uit arbeid wordt vaak gedegradeerd tot de marge van de grote belangen van het economische systeem. Daaruit volgt dat de arbeid zelf, met zijn waardigheid, niet alleen steeds meer bedreigd wordt, maar ook gevaar loopt om niet langer een “goed” voor de mensen te zijn Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 9, maar louter een ruilmiddel binnen de ongelijke sociale relaties.
In deze omkering van de relatie tussen middel en doel, waarbij arbeid van iets goeds op zich, een “instrument” wordt, en geld als middel een “doel” wordt, ligt precies de vruchtbare bodem van de “wegwerpcultuur”, die zonder scrupules en amoreel, brede bevolkingsgroepen marginaliseert door hen van waardige arbeid te beroven en hen zo “zonder vooruitzichten, zonder toekomst” achter te laten: “Het gaat niet meer alleen om het fenomeen van uitbuiting en onderdrukking, maar om iets nieuws: met de uitsluiting wordt – tot in de wortel zelf – het participeren aan de samenleving waarin men leeft, geraakt. Dan leeft men niet meer machteloos aan de zelfkant of in de marge, maar buiten de samenleving. Uitgestotenen worden niet ‘uitgebuit’, ze zijn overschot, ‘resten’ ”. Vgl. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 369