SESSIO XXII - DOCTRINA DE SANCTISSIMO MISSAE SACRIFICIO22e Zitting - Over het allerheiligst Misoffer
(Soort document: Concilie van Trente)
17 september 1562
Deze, onze God en Heer, derhalve heeft weliswaar Zichzelf eens voor allemaal op het altaar van het kruis, door de intredende dood, Zich aan God de Vader willen offeren
Vgl. Heb. 7, 27
om voor
iedereen (dezelfde) eeuwige verlossing te bewerken, want door de dood kon Zijn priesterschap toch niet worden uitgedoofd
Vgl. Heb. 7, 24
heeft Hij bij het laatste Avondmaal, in de nacht waarin Hij werd overgeleverd (1 Kor. 11, 23);
- om aan zijn geliefde Bruid, de Kerk, een zichtbaar offer (zoals het de natuur van mensen eist);
- na te laten,
- waarin datgene wat éénmaal op bloedige wijze op het kruis voltrokken is, wordt tegenwoordig gesteld (representaretur),
- en waarin de herinnering (memoria) van Hem, tot aan het einde van de tijd zou blijven voortduren
- en zijn heilbrengende kracht van vergeving der zonden, welke door ons dagelijks worden begaan, zou worden toegevoegd.
- zich voor eeuwig als Priester naar de orde van Melchisedek Vgl. Ps. 110, 4
Vgl. Heb. 5, 6
Vgl. Heb. 7, 17
aangesteld, verklarend:
Zijn Lichaam en Bloed onder de gedaanten van brood en wijn heeft Hij God, Zijn Vader opgedragen en hen onder dezelfde tekenen (symbolis) aan de apostelen (die Hij toen als priesters van het Nieuwe Verbond aanstelde) aangereikt,
- opdat zij zouden ontvangen, en aan hen en hun opvolgers in het priesterschap,
- opdat zij zouden opdragen, heeft Hij bevolen door deze woorden: "doet dit tot Mijn gedachtenis" (Lc. 22, 19)(1 Kor. 11, 24) ... enz,
zoals altijd de katholieke Kerk heeft begrepen en heeft onderwezen. Canon 2