Robertus Kard. Sarah - 21 mei 2018
Beste priesterbroeders, ik zal mij nu vooral tot u richten.
Het heilig Misoffer is de plaats waar u licht zult vinden voor uw dienstwerk. De wereld waarin we leven roept ons voortdurend op. We zijn constant in beweging. Het gevaar zou groot zijn om ons als maatschappelijk werkers te beschouwen. We zullen de wereld niet langer het Licht van God brengen, maar ons eigen licht wat de mensen niet van ons verwachten.
Weten we ons tot God te wenden, in een ingetogen liturgische viering, vol respect, stilte en gekenmerkt door sacraliteit. Laten we niets verzinnen in de liturgie, laten we alles ontvangen van God en de Kerk. Zoeken we geen schouwspel of succes.
De liturgie leert ons dat priester zijn niet betekent veel te doen.
Het is met de de Heer aan het Kruis zijn. De liturgie is de plaats waar de mens God persoonlijk ontmoet. Het is het meest verheven moment waarop God ons leert om in ons het beeld van zijn zoon Jezus Christus te reproduceren, zodat Hij de eerste van een menigte kan zijn. Het is geen, moet geen gelegenheid zijn voor een gebroken hart, worsteling en strijd.
In de gewone vorm van de Romeinse ritus en in de buitengewone vorm is het belangrijkste om ons naar het kruis te wenden, naar Christus, ons Oosten, ons alles, onze enige horizon. Of het nu in de gewone vorm of in de buitengewone vorm is, weten we altijd hoe we, zoals vandaag, moeten vieren volgens wat het Tweede Vaticaans Concilie leert, met nobele eenvoud, zonder onnodige ballast, zonder kunstmatige en theatrale esthetiek maar met de zin van het sacrale, de eerste zorg voor de eer van God en met een ware geest van kinderen van de Kerk van vandaag en altijd.
Beste priesterbroeders, bewaar altijd deze zekerheid: met Christus aan het Kruis zijn, dat is wat het priesterlijk celibaat aan de wereld verkondigt. Het project dat sommigen opnieuw lanceerden om het celibaat te ontkoppelen van het priesterschap door het wijdingssacrament open te stellen voor gehuwde mannen, de viri probati, om pastorale redenen of noodzaak zoals men zegt, zal in werkelijkheid het ernstige gevolg hebben definitief te breken met de apostolische traditie.
We gaan een priesterschap maken naar onze menselijke maat, maar we blijven daarmee niet voortbestaan, we zetten het priesterschap van Christus niet voort, gehoorzaam, arm en kuis. Want inderdaad, de priester is niet alleen een alter christus, een andere christus. Hij is waarachtig ipse christus, Christus zelf. En daarom zal de priester, in navolging van Christus en de Kerk, altijd een teken van tegenspraak zijn.