• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De dienst aan de maatschappij door de lekengelovigen is van wezenlijk belang in de sociaal economische kwestie, waarvoor de organisatie van de arbeid de sleutel biedt. Aan de actuele ernst van deze kwestie, bezien in het panorama van de ontwikkeling en volgens het voorstel tot oplossing ervan dat aangeboden wordt door de sociale leer van de Kerk, is kort geleden herinnerd in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Sollicitudo Rei Socialis
De ontwikkeling van de mens en de samenlevingTwintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI
(30 december 1987)
, waarnaar ik allen en vooral de lekengelovigen van harte verwijs.

Onder de grondbeginselen van de sociale leer van de Kerk bevindt zich het beginsel van de universele bestemming van de goederen: de goederen van de aarde worden volgens Gods plan aan alle mensen en aan ieder mens aangeboden als middel voor de ontplooiing van een echt menselijk leven. Het privé bezit staat ten dienste van deze bestemming en heeft juist daarom een intrinsiek sociale functie. De arbeid van de man en de vrouw vormt praktisch het meest gewone en directe werktuig voor de ontwikkeling van het economische leven, een werktuig dat tegelijk een recht en een plicht van iedere mens is.

Dit alles valt op speciale wijze onder de zending van de lekengelovigen. Het doel en de maatstaf van hun aanwezigheid en actie zijn in algemene termen geformuleerd door het ‘Tweede Vaticaans Concilie:

“Ook in het sociaal-economisch leven dienen de waarde van de menselijke persoon, zijn onverkorte roeping en het welzijn van de gehele maatschappij gehonoreerd en bevorderd te worden. Want de mens is de ontwerper, het centrum en doel van het gehele sociaal-economisch leven.” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 63.

In de context van de verbijsterende veranderingen die zich in de wereld van de economie en van de arbeid voltrekken, zetten de lekengelovigen zich in de voorste linie in om de zeer ernstige problemen van de groeiende werkeloosheid op te lossen, om te strijden voor de meest snelle overwinning van de talrijke onrechtvaardigheden die voortkomen uit verkeerde organisatie van de arbeid, om de arbeidsplaats te maken tot een gemeenschap van personen die gerespecteerd worden in hun subject – zijn en in hun recht op deelname, om nieuwe vormen van solidariteit te ontwikkelen tussen hen die deelnemen aan de gemeenschappelijke arbeid, om nieuwe ondernemingsvormen te creëren en om de systemen van handel, financiering en technologische uitwisseling te herzien.

Daartoe moeten de lekengelovigen hun werk verrichten met vakbekwaamheid, met menselijke eerlijkheid, met christelijke geest, als weg voor de eigen heiliging Bisschoppensynodes, Propositiones n.a.v. de 10e Bisschoppensynode over de Leken (30 okt 1987), 24, volgens de uitdrukkelijke uitnodiging van het concilie:

”Door zijn arbeid houdt de mens gewoonlijk zichzelf en de zijnen in leven, schept hij een band met zijn medemensen en dient hen en kan hij ware broederliefde beoefenen en met God samenwerken aan de vervolmaking van de schepping.
Ja, door zijn arbeid aan God aan te bieden, is de mens naar onze overtuiging actief ingeschakeld in het verlossingswerk zelf van Jezus Christus, die een uitnemende waardigheid verleende aan de arbeid door met eigen handen in Nazareth werk te verrichten” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 67 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 24-27.

In verband met het sociaal-economische leven en de arbeid komt het zogenaamde “ ecologische” vraagstuk op steeds scherpere wijze naar voren. De mens heeft ongetwijfeld van God zelf de taak ontvangen om over de geschapen dingen te “heersen” en de “tuin” van de wereld “te bewerken” ; maar dit is een taak die de mens moet vervullen in eerbied voor het beeld van God dat hij ontvangen heeft, en dus met intelligentie en liefde: hij moet zich verantwoordelijk voelen voor de gaven die God hem geschonken heeft en hem voortdurend schenkt. De mens heeft een geschenk in handen dat hij, indien mogelijk verrijkt, moet doorgeven aan de toekomstige generatie, waarvoor de gaven van de Heer ook bestemd zijn:

“De heerschappij die de schepper gegeven heeft aan de mens, is geen absolute macht; men kan evenmin spreken van vrijheid om “te misbruiken” of om maar naar willekeur te beschikken over de dingen. De beperking die de Schepper zelf vanaf het begin opgelegd heeft en die symbolisch uitgedrukt is door het verbod om “de vrucht van de boom te eten” Vgl. Gen. 2, 16. v toont met voldoende duidelijkheid aan dat wij met betrekking tot de zichtbare natuur onderworpen zijn aan wetten die niet alleen biologisch maar ook moreel zijn en die wij niet ongestraft kunnen overtreden. Een juist begrip van de ontwikkeling kan niet afzien van deze overwegingen van de hulpbronnen en de gevolgen van een ongeordende industrialisatie, welke aan ons geweten de morele dimensie voorhouden die de ontwikkeling moeten kenmerken” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De ontwikkeling van de mens en de samenleving
Twintig jaar na Populorum Progressio van Paus Paulus VI, Sollicitudo Rei Socialis (30 dec 1987), 34
.

Document

Naam: CHRISTIFIDELES LAICI
Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 30 december 1988
Copyrights: © 1989, RK Voorlichting, Oegstgeest
Bewerkt: 30 november 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
Trefwoordenlijst voor dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test