H. Paus Johannes Paulus II - 30 december 1988
De fundamentele betekenis van deze synode, en dus de meest kostbare vrucht die ervan verwacht wordt, is het luisteren van de lekengelovigen naar de oproep van Christus om in zijn wijngaard te werken, om op energieke, bewuste en verantwoordelijke wijze deel te nemen aan de zending van de Kerk op dit grootse en dramatische uur van de geschiedenis bij de benadering van het derde millennium.
Nieuwe kerkelijke en ook maatschappelijke, economische, politieke en culturele situaties eisen heden ten dage met geheel bijzondere kracht de actie van de lekengelovigen. Al is de onverschilligheid altijd onaanvaardbaar geweest, toch maakt de huidige tijd haar nog meer schuldig. Niemand mag werkloos blijven.
Wij hernemen de lezing van de gelijkenis uit het Evangelie: “Rond het elfde uur ging hij opnieuw uit en vond er weer anderen staan. Hij zei tot hen: wat staat ge heel de dag werkloos. Ze antwoordden hem: Niemand heeft ons gehuurd. Daarop zei hij tot hen: Gaat ook gij naar mijn wijngaard” (Mt. 20, 6-7).
Er is geen plaats voor ledigheid, er wacht allen veel werk in de wijngaard van de Heer. De landeigenaar herhaalt nog krachtiger zijn uitnodiging: “Gaat ook gij naar mijn wijngaard” .
De stem van de Heer weerklinkt ongetwijfeld in het diepst van het wezen zelf van iedere christen, die door het geloof en de sacramenten van de christelijke initiatie gelijkvormig geworden is aan Jezus Christus, als levend lidmaat opgenomen is in de Kerk en actief subject is van haar heilszending. Maar de stem van de Heer klinkt ook door de historische gebeurtenissen van de Kerk en van de mensheid, zoals het Concilie opmerkt:
”In de dynamiek van zijn geloof, waardoor het gelooft, dat het wordt geleid door de Geest van de Heer die de gehele aarde vervult, spant het volk van God zich in om in de gebeurtenissen, eisen en verlangens waarin het samen met de overige mensen van onze generatie deelt, te onderkennen wat daarin werkelijke tekenen zijn van de aanwezigheid van God of van zijn plannen. Het geloof beschijnt immers alles met een nieuw licht en verheldert de heilsbedoeling die God heeft betreffende de integrale zin van de roeping van de mensen zodoende richt het de geest op volledig menselijke oplossingen”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 11
Dan is het nodig onze wereld in het gezicht te kijken, met haar waarden en problemen, haar onrust en hoop, haar overwinning en nederlagen: een wereld waarvan de economische, sociale, politieke en culturele situaties ernstigere problemen en moeilijkheden vertonen dan de wereld die beschreven is door het Concilie in de pastorale constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965). Bisschoppensynodes, In Gods Woord viert de Kerk de mysteries van Christus voor het heil van de wereld - Eindrapport van de 2e Buitengewone Bisschoppensynode: 20 jaar na de sluiting van het Tweede Vaticaans Concilie, Ecclesia sub Verbo Dei mysteria Christi celebrans pro salute mundi (7 dec 1985). III, D, I. Nadat de vaders in de buitengewone synode van 1985 “het grote belang en de grote actualiteit van de pastorale constitutie "Gaudium et Spes" bevestigd hebben, vervolgen zij: ”Wij bemerken echter tegelijk dat de tekenen van onze tijd gedeeltelijk anders zijn dan die van de tijd van het concilie, met grotere problemen en angsten: Want aller wegen in de wereld nemen de honger, de onderdrukking, onrechtvaardigheid en de oorlog, het lijden, het terrorisme en andere vormen van allerlei soorten geweld toe” En toch is dit de wijngaard, het veld, waarin de lekengelovigen geroepen zijn hun zending te vervullen.
Jezus wil dat zij, zoals al zijn leerlingen, het zout der aarde en het licht der wereld zijn Vgl. Mt. 5, 13-14 . Maar wat is het huidige aanschijn van de “aarde” en van de “wereld” , waarvan de christenen “zout” en “licht” moeten zijn? De verscheidenheid van de situatie en de problemen die in de wereld bestaan, welke overigens gekenmerkt wordt door een toenemende versnelling van de veranderingen, is zeer groot. Daarom is het volstrekt noodzakelijk zich te hoeden voor ongerechtvaardigde generalisaties en simplificaties.
Toch is het mogelijk te wijzen op enige ontwikkelingslijnen die in de huidige maatschappij naar voren komen. Zoals op de akker van het Evangelie het onkruid en de tarwe samen opgroeien, zo bevinden zich in de geschiedenis die het dagelijkse toneel is van een dikwijls tegenstrijdige uitoefening van de menselijke vrijheid, het kwade en het goede, de onrechtvaardigheid en de rechtvaardigheid, de angst en de hoop, dicht bij elkaar en zijn ze dikwijls nauw met elkaar verstrengeld.