Je moet het op geen enkele manier op je nemen vergeeflijke zonden te biechten, maar zelfs niet alle doodzonden, omdat het onmogelijkheid dat je alle doodzonden kent. Daarom werden in de eerste kerk alleen de overduidelijke doodzonden gebiecht. Vgl. Martin Luther, Sermo de poenitentia (1518). D. Martin Luthers Werke (Weimar 1883ff): 1, 322 22-25