Paus Franciscus - 19 maart 2018
Ook de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) herinnert ons eraan dat de gave van de genade
“de vermogens van het verstand en de krachten van de wil van een mens te boven gaat”, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1998
en dat
“er tegenover God van de kant van de mens geen verdienste is in de zin van een strikt recht. Tussen Hem en ons is de ongelijkheid grenzeloos”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2007
Zijn vriendschap gaat ons oneindig te boven, kan door ons niet worden gekocht met onze werken en kan alleen een gave van zijn initiatief van liefde zijn. Deze nodigt ons uit met vreugdevolle dankbaarheid voor die gave die wij nooit zullen verdienen, te leven, daar,
“wanneer iemand in genade is, de genade die hij al heeft ontvangen niet meer kan verdienen”. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-II, q. 114, a. 5
De heiligen vermijden het vertrouwen te stellen in hun daden:
“In de avond van dit leven zal ik voor U verschijnen met lege handen, omdat ik U, Heer, vraag mijn werken niet te tellen. Iedere gerechtigheid van ons is onvolmaakt in uw ogen” H. Teresia van Lisieux van het Kind Jezus, Acte d'offrande à l'Amour miséricordieux. Gebeden, 6