Paus Franciscus - 19 maart 2018
Die zending vindt haar volheid van betekenis in Christus en kan alleen maar uitgaande van Hem worden begrepen. Heiligheid is in wezen in eenheid met Hem de mysteries van zijn leven beleven. Zij bestaat erin zich op een unieke en persoonlijke wijze te verenigen met de dood en de verrijzenis van de Heer, in het voortdurend sterven en verrijzen met Hem. Maar zij kan ook inhouden in het eigen bestaan verschillende aspecten van het aardse leven van Jezus na te doen: een verborgen leven, een gemeenschappelijk leven, de laatsten nabij zijn, armoede en andere manifestaties van zijn zelfgave uit liefde. Het overwegen van deze mysteries, zoals de heilige Ignatius van Loyola voorstelde, richt ons erop ze gestalte te geven in onze keuzes en onze houdingen. Vgl. H. Ignatius van Loyola, Geestelijke Oefeningen. 102-312 Want
“alles in het leven van Jezus staat in het teken van zijn mysterie”, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 515
“heel het leven van Christus is openbaring van de Vader”, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 516,
“heel het leven van Christus is een mysterie van verlossing”, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 517,
“heel het leven van Christus is een mysterie van recapitulatie”, Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 518
“al wat Christus in zijn leven doorstaan heeft, doorleeft Hij, opdat wij het kunnen beleven in Hem en Hij het beleeft in ons”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 521